Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdalmanakEtym: Middeleeuws Lat. almanach = kalender, uit byzantijns-Gr.; vgl. Arabisch al manakh. Oorspronkelijk een jaarboekje met tijdrekening en astronomische gegevens (prognosticatie). Dergelijke jaarboekjes bevatten, vooral in de 15de en 16de eeuw, kalenders met feestdagen, weersvoorspellingen en adviezen voor bepaalde beroepsgroepen, zoals ambachtslieden of landbouwers. Later wordt het kalenderelement naar de achtergrond gedrongen t.b.v. allerhande praktische gegevens en letterkundig mengelwerk, zoals in de muzenalmanakken. Reeds vanaf de 17de eeuw treft men in gewone en kantooralmanakken fabels, kluchten (klucht-2), verhalen, liedjes en spreuken aan. Deze boekjes, die veelal door marskramers werden verspreid, zijn een uitnemende bron voor de bestudering van populaire literatuur. In de eerste helft van de 19de eeuw komt de letterkundige almanak tot bloei waarin veel literair ‘mengelwerk’ wordt gepubliceerd. Bekende voorbeelden uit die tijd zijn de Muzenalmanak (1819-1841) en de Almanak voor het schoone en het goede (1822-1860), waaraan bekende 19de-eeuwse literatoren meewerkten (Beets, Ten Kate, Bosboom-Toussaint, Potgieter e.v.a.). Tot aan de afscheiding in 1830 verscheen de Belgische Muzen Almanak (1826-1830), waaraan overwegend Noord-Nederlandse auteurs meewerkten. De almanak van uitgever Snoeck in Gent wordt onder diens naam sedert 1782 nog steeds gepubliceerd, zij het in sterk gewijzigde opzet en functie. Ook in Nederland zijn nog in de 20ste eeuw letterkundige almanakken verschenen: Erts (1926-1930), Schrijversalmanak (1953-1957) en Aarts’ letterkundige almanak (1980-1996).
De Nederlandse Muzen Almanak: titelpagina (1830). [bron: A.G.H. Bachrach e.a. (red.), Moderne Encyclopedie van de Wereldliteratuur, dl. 6 (19822), p. 323].
Lit: M. van Noort & P. van Zonneveld, ‘Lijst van Nederlandse almanakken 1830-1839’ in De negentiende eeuw 2 (1978), p. 14-46 • R. van Wingerden & P. van Zonneveld, ‘Lijst van Nederlandse almanakken 1840-1849’ in De negentiende eeuw 3 (1979), p. 2-38 • P. van Zonneveld, ‘Nederlandse literaire almanakken 1830-1840’ in Forum der letteren 20 (1979), p. 162-176 • J. Sitvast, ‘De populariteit van almanakken in de tweede helft van de negentiende eeuw’ in De negentiende eeuw 11 (1987), p. 19-34 • J. Salman, ‘Van sodanige almanacken, die gevult zijn met ergerlijcke bijvoegselen en oncuyse en onstigtelijcke grillen’ in Literatuur 10 (1993), p. 74-80 • J.L. Salman, Een handdruk van de tijd: de almanak en het dagelijks leven in de Nederlanden, 1500-1700 (1997) • J.L. Salman, Populair drukwerk in de Gouden Eeuw. De almanak als lectuur en handelswaar (1999) • N. Geirnaert & L. Vandamme (red.), Elke dag wijzer. Brugse almanakken van de 16de tot de 19de eeuw (2006) • J. Grandison, 'Jane Austen and the almanac' in The review of English studies 70 (2019), p. 911–929.
|