Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdboekbandDe taak van de binder is om een band om een boek te maken. Voor hij echter daaraan toe is, moet hij de losse vellen eerst nog vouwen tot katernen, of als dat al gebeurd is, moet hij controleren of de katernen in de juiste volgorde liggen aan de hand van de katernsignatuur of binderssignatuur. Een bindfout heeft gevolgen voor de volgorde van de tekst, maar is in de praktijk vrij gemakkelijk te herstellen aan de hand van de katernsignaturen, de foliëring of paginering. De binder brengt ook de rugtitel aan, evenals de vergulding van de voor-, staart- en/of kopsnede. Versiering van de voorsnede was zinvol in de tijd dat boeken met perkamenten banden met de rug naar achter in de kast werden geplaatst. Tot in de 19de eeuw, dus in de periode van de handpers, was het om economische redenen de gewoonte om boeken in ongebonden toestand aan de boekhandel te leveren. De klant gaf een binder opdracht om zijn exemplaar in te binden. De uniforme papieren uitgeversband komt in de 18de eeuw (de oudst bekende dateert van 1771), uitgezonderd het gebruik ervan voor het kleine gedeelte van de oplage dat door de uitgever/drukker in zijn eigen winkel werd verkocht. Het binden is lang handwerk geweest en als het om kleine hoeveelheden of heel bijzondere banden gaat, wordt het nog steeds met de hand gedaan. Het bindgaren wordt door de rug van de katernen geleid en om de touwen heen die op de naaibank gespannen zijn. De katernen worden zo aan elkaar genaaid. Daarna kan de band er omheen en kunnen de schutbladen bevestigd worden. De touwen waarop de katernen genaaid zijn, hebben de ribben op de rug ten gevolge. Later worden de touwen door een inkeping in de rug van de katernen weggewerkt. Als opvulmateriaal wordt maculatuur gebruikt: uit de ruggen en platten van boeken komen soms interessante fragmenten van versneden teksten (bijv. in 1971 nog enkele 15de-eeuwse fragmenten van de Reinaert uit een 16de-eeuwse band: KB Brussel Hs. IV 774). De duurdere middeleeuwse boekband bestaat gewoonlijk uit houten platten of borden, overtrokken met leer, voorzien van beslag, sloten of gespen en soms ingelegd met goud en edelstenen. De goedkope band is alleen een perkamenten omslag, de zgn. registerband. In sommige bibliotheken werd aan de band een ketting bevestigd om diefstal te voorkomen (bijv.: de Librije in Zutphen). Veel bibliofielen (bibliofilie) lieten al hun boeken uniform binden; op de band werd het familiewapen gestempeld. Eenvoudiger versiering in de vorm van blindstempeling kwam vaker voor, o.a. voor bibliotheekbanden. Versiering met goudopdruk treft men aan sinds het einde van de 16de eeuw. In het algemeen kan men stellen: hoe fraaier de band (marokijn, saffiaan), hoe meer waardering er is voor de inhoud van het boek. Zo vindt men in de 17de en 18de eeuw de mooiste banden om de Bijbel, de Blaeu-atlas en de werken van Cats en Camphuysen. Een bijzondere categorie vormen de prijsbanden. Het hout voor de platten wordt geleidelijk vervangen door karton. In de 19de eeuw komt de papieren en gekartonneerde uitgeversband. Ter bescherming van de band gaat men er een stofomslag omheen doen of een cassette. De opkomst van het goedkope pocketboek en de paperback betekent dat bij dit soort boeken niet meer van de dure bindtechniek gebruik gemaakt kan worden: er wordt alleen ingenaaid, waarna een omslag op de rug geplakt wordt (brocheren), óf de ruggen van de katernen worden afgesneden, ingesmeerd met lijm en beplakt met het omslag (lumbecken) dat er steeds meer verkoopbevorderend uit gaat zien. De ‘cover-art’, zoals de kunst van het ontwerpen van boekomslagen wordt genoemd, is in Nederland beoefend door o.a. Kees Nieuwenhuijzen en H. Berserik (Ooievaar-pockets), Theo Kurpershoek (Salamander-reeks) en Dick Bruna (Zwarte Beertjes). Typografische verzorging, illustratie en band- of omslagontwerp zijn vaak in één hand of worden in nauwe samenwerking tot stand gebracht. Bekende bandontwerpers zijn o.a. Helmut Salden en wat betreft de art-nouveau-banden: R.N. Roland Holst, J.Th. Toorop, G.W. Dijsselhof, A.J. Derkinderen en H.P. Berlage. Een beroemd Nederlands boekbinder en bandverluchter uit de 17de eeuw is Albert Magnus. De renaissancistische bandversiering werd in de 16de eeuw vanuit Frankrijk in de Nederlanden geïntroduceerd door Chr. Plantijn. De studie van de Nederlandse boekband is nog volop in ontwikkeling. De resultaten daarvan kunnen interessant zijn, niet alleen voor het opsporen van bindersateliers, maar ook voor de reconstructie van privé- en openbare verzamelingen.
Achttiende-eeuwse boekband uit Amsterdam van met goud bestempeld marokijn. [bron: Bibliopolis]
Lit: Hendrik de Haas, De boekbinder of volledige beschrijving van al het gene wat tot deze konst betrekking heeft (1806, herdruk 1984) Ph. Gaskell, A new introduction to bibliography (19742), p. 146-153, 231-250 H. de la Fontaine Verwey, ‘Amsterdamse uitgeversbanden van Cornelis Claesz en Laurens Jacobsz’ en ‘De binder Albert Magnus en de verzamelaars van zijn tijd’ in id. Uit de wereld van het boek, dl. 2 (1976), p. 33-48, 147-169 Dirk de Bray, Kort onderweijs van het boeckenbinden, ed. K. van der Horst & C. de Wolf (1977) J. Storm van Leeuwen, Vorstelijke boekbanden uit de Koninklijke Bibliotheek (1978) P.F.J. Obbema, Boeken in Nederland. Vijfhonderd jaar schrijven, drukken en uitgeven (1979), p.49-50, 86-87, 95-96 M.M. Foot, Studies in the history of bookbinding (1978[=1979]) A.A. Watson, Boekbinden. Een ambachtelijk instructieboek (19814) J. Storm van Leeuwen, Goud en velijn, Middelburgse boekbanden van de 17e tot de 19e eeuw (1992) J. Storm van Leeuwen, Europese boekbanden anno 1995. Catalogus (...) tentoonstelling Koninklijke Bibliotheek (1996) W.K. Gnirrep, J.P. Gumbert & J.A. Szirmai, Kneep en binding. Een terminologie voor de beschrijving van de constructies van oude boekbanden (19973) E. Braches, Nieuwe Kunst en het boek: Een studie in Art Nouveau (2003) E. Cockx-Indestege & J. Storm van Leeuwen, Blind bestempeld en rijk verguld; boekbanden uit zes eeuwen in het Museum Plantin-Moretus (2005) M.M. Foot, Bookbinders at work; their roles and methods (2006) J. Storm van Leeuwen, Dutch decorated bookbinding in the eighteenth century (2006) B. van Noordwijk, Zondags zilver; drie eeuwen versierde kerkboekjes (2006) G. Post van der Molen, ‘Literae immortalitatem pariunt; de “Collectie Jan Zijlmans”: een verzameling handverguldmaterialen van de firma “Wed. P. Van Waesberge en Zoon” Rotterdam’ in De Boekenwereld 26 (2010), p. 201-220 E. Cockx-Indestege & J. Storm van Leeuwen, Spespaneel en drakenstempel; een terminologie voor de beschrijving van de versiering van de boekband (2011).
|
|