Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdkaternsignatuurEtym: Lat. quaterni = telkens vier (quattuor). Een katernsignatuur of binderssignatuur is een term uit de bibliografie (analytische bibliografie-1; codicologie) en drukkerij voor gewoonlijk een combinatie van een letter en een cijfer, geplaatst in het staartwit onderaan de recto-zijde van de bladen (blad-2) in de eerste helft van ieder katern van een codex of druk. Aan de hand van de katernsignatuur kan de binder zien of een katern goed gevouwen is en of de katernen in de goede volgorde liggen. Ieder katern wordt namelijk aangeduid met een letter uit het alfabet en binnen ieder katern worden de bladen genummerd. In de Nederlandse drukkerspraktijk was het de gewoonte om de bladen te nummeren tot één blad over het midden van een katern, terwijl in Frankrijk en Engeland gewoonlijk slechts tot aan het midden werd genummerd. Omdat vrijwel uitsluitend naar de signering werd gekeken en niet naar de paginering van een boek, is het bibliografisch gezien beter niet te verwijzen naar bladzijden in boeken uit de handpersperiode, maar naar de recto-zijde en verso-zijde van een blad dat door middel van de katernsignatuur aangeduid kan worden. Zo betekent fol. A1 recto: pagina 1 van het A-katern; fol. A1 verso: pagina 2 van het A-katern enz. In de moderne drukkerij krijgen de katernen een zwart blokje op de rug gedrukt dat bij ieder volgend katern iets lager staat. Daaraan kan de binder zien of de katernen in de goede volgorde liggen. Het voorwerk van een boek heeft vaak een afwijkende signatuur (dikwijls een asterisk (*)), zeker in eerste drukken, omdat dat het laatst tot stand komt. Als een boek meer katernen telt dan het alfabet letters heeft, wordt er verdubbeld (na het Z-katern volgt het Aa-katern enz.) of verdriedubbeld (na Zz volgt Aaa) enz. Het bibliografische alfabet telt overigens slechts 23 letters omdat er geen onderscheid gemaakt wordt tussen I en J en tussen U, V en W. Een volledige lijst signaturen geeft nauwkeurig in een opbouwformule of collatieformule de samenstelling van een exemplaar-1 van een codex of druk, of van een ideal copy van een druk. De posities van de katernsignaturen ten opzichte van de onderste gedrukte regel maken het voor de analytisch-bibliograaf mogelijk uitspraken te doen over al of niet gelijk zetsel. Notatie van enkele katernsignatuurposities (fingerprint) maakt het mogelijk andere exemplaren daaraan te confronteren.
Katernsignatuur 'A2' op een bladzijde van Helmers' De Hollandsche natie (1822). [bron: M. Mathijsen, Naar de letter (1995), p. 177]
Lit: F. Bowers, Principles of bibliographical description (1949) W.Gs Hellinga, Kopij en druk in de Nederlanden (1962), p. 237 Ph. Gaskell, A new introduction to bibliography (19742), p. 51-52, 143-145, 328-335 H. van Krimpen, Boek over het maken van boeken (19862), p. 394-395 F.A. Janssen, Zetten en drukken in de achttiende eeuw (19862), p. 368-370.
|
|