Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdfingerprintEtym: Eng. vingerafdruk. Bibliografische term voor een aantal symbolen uit een exemplaar-1 van een druk die, tot een bepaalde formule gegroepeerd en in combinatie met een aantal andere bibliografische gegevens, indicatief zijn voor een bepaalde druk. De vingerafdrukmethode is ontwikkeld in Engeland ten behoeve van een centrale-catalogusproject voor de bibliotheken van Londen, Oxford en Cambridge (het LOC-project): de voor computerinvoer bestemde boekbeschrijvingen moesten het mogelijk maken om op snelle wijze exemplaren bij een bepaalde druk onder te brengen. Aan de gegevens van de short title werden 18 (later 16) tekens toegevoegd, nl. de laatste twee tekens van drie verschillende regels op drie verschillende pagina's. Als exemplaren identieke formules opleveren, zijn ze waarschijnlijk van hetzelfde zetsel vervaardigd. Deze methode wordt toegepast in de ons omringende landen (Engeland, Duitsland, Frankrijk, Italië). De term ‘fingerprint’ is vervolgens ook toegepast op een andere, al veel langer bestaande, methode om (exemplaren van) drukken te onderscheiden, nl. de methode die een aantal posities van katernsignaturen (katernsignatuur) noteert. Deze methode is in het kader van de STCN en later van de Short-title catalogus Vlaanderen (STCV) ook geschikt gemaakt voor invoer in de computer. De STCN-fingerprint bestaat uit het jaar van verschijnen, het bibliografisch formaat en de tekens direct boven de signatuur van de onderste tekstregel van de pagina's waarop de eerste en laatste katernsignatuur van respectievelijk het voorwerk, de hoofdtekst en het nawerk voorkomen. Zo hoort bijv. bij Barlaeus' Orationum liber van 1661 de volgende fingerprint: 166112 - a1 *2 nat: a2 *7 pr - b1 A q: b2 Y4 uib. Dit betekent dat in dit boek uit 1661 in duodecimo-formaat de eerste (a1) en laatste (a2) katernsignatuur van het voorwerk, nl. *2 en *7, staan onder respectievelijk de letters ‘nat’ en ‘pr’ van de onderste regels van die folia en dat de eerste (b1) en laatste (b2) katernsignatuur van de hoofdtekst, nl. A en Y4, staan onder respectievelijk de letters ‘q’ en ‘uib’ van de onderste regels van fol. A1 recto en Y4 recto. De methode is afhankelijk van de nauwkeurigheid waarmee de signatuurposities genoteerd worden (alleen die tekens die geheel binnen de breedte van de signatuur vallen): iedere afwijking zou in principe op een andere druk kunnen wijzen. Om niet zo afhankelijk te zijn van het geringe aantal controlepunten van de fingerprintmethode – iets wat in een aantal gevallen tot het over het hoofd zien van drukken heeft geleid – kan in bibliografieën gekozen worden voor het noteren van meer of zelfs alle signatuurposities. Tevens kan dan wat meer tekst genoteerd worden dan alleen de tekens direct boven de signatuur (die in dit geval onderstreept worden [in dit lexicon vetgedrukt omdat onderstreping niet mogelijk is]: *2: ornatus; *7: hodie praesentibus), zodat veel duidelijker is dat het slechts een geringe verschuiving en dientengevolge een wellicht verkeerde waarneming of notatie betreft. Lit: Computers and early books. Report of the LOC Project investigating means of compiling a machine-readable union catalogue of pre-1801 books in Oxford, Cambridge and the British Museum (1974) P.J. Verkruijsse, Mattheus Smallegange (1624-1710) (1983), p. 33-34 Fingerprints/Empreintes/Impronte, 2 dln. (1984) P.C.A. Vriesema, ‘The STCN fingerprint’ in Studies in Bibliography 39 (1986), p. 93-100 en Dokumentaal 15 (1986), p. 55-61 J.A. Gruys, Handleiding voor de medewerkers aan de STCN (19882) B. van Selm, ‘De raadsels van de Vondel-drukken’ in Dokumentaal 17 (1988), p. 19-25 W. Müller (red.), Fingerprints; Regeln und Beispiele; nach der englisch-französisch-italienischen Ausgabe des Institut de Recherche et d’Histoire des Textes (CNRS) und der National Library of Scotland (1992) S. Van Impe, S. van Rossem & G. Proot, Handleiding voor de Short Title Catalogus Vlaanderen (20052) N. Harris, ‘Tribal lays and the history of the fingerprint’ in D.J. Shaw (red.), Many into one: problems and opportunities in creating shared catalogues of older books (2006) A.C.G. Fleurkens, ‘Een kwestie van identificatie: de STCN, een vingerafdruk en Roemer Visschers "Brabbeling" uit 1614’ in Spiegel der Letteren 52 (2010), p. 147-158.
|
|