Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermddrukBibliografische term voor alle exemplaren (exemplaar-1) van een boek die direct of indirect (via stereotypie, foto-offset e.d.) afstammen van hetzelfde zetsel of – bij moderne zetmethoden – van dezelfde film of tape. Men spreekt pas van een nieuwe druk wanneer meer dan de helft van het zetsel opnieuw gezet is; zolang de wijzigingen van geringere omvang zijn, kan er sprake zijn van een herziene, opnieuw herziene, gecorrigeerde of anderszins gewijzigde herdruk, oplage, uitgave of titeluitgave. Een correcte bibliografische aanduiding van de druk is noodzakelijk om die druk te kunnen plaatsen in de tekstgeschiedenis: bij opnieuw zetten kunnen immers varianten optreden, al of niet intentioneel; bij gebruik van hetzelfde zetsel zijn eventuele varianten gewoonlijk van intentionele aard. De vermeldingen zoals die in de werken zelf aangebracht worden door de uitgever zijn zelden juist; meestal zijn als zodanig aangeduide vervolgdrukken geen echte herdrukken, maar nieuwe oplagen of uitgaven. De teksthistoricus zal door collatie van exemplaren (collationeren) de relatie tussen de verschillende drukken moeten achterhalen. Een voorbeeld van onjuiste drukaanduiding vindt men in het Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde van G.P.M. Knuvelder. De 1ste druk van Knuvelder verscheen in 4 delen van 1948 tot 1953. De druk van 1957-1961 noemt zich terecht ‘tweede, herziene druk’. De 3de (1964) en 4de druk (1967) zijn nieuwe oplagen van de 2de herziene druk, zodat de ‘vijfde, geheel herziene druk’ (1970-1976) eigenlijk de 3de druk zou moeten heten, waarvan intussen weer twee oplagen verschenen zijn, die echter aangeduid worden als ‘zesde druk’ (1976) en ‘zesde-zevende druk’ [sic] (1978). De drukgeschiedenis van Knuvelders handboek kan dus als volgt genoteerd worden: 1ste dr. 1948-1953 Lit: Ph. Gaskell, A new introduction to bibliography (19742), p. 313-316 F.A. Janssen, ‘Notities bij de aanduiding van herdrukken’ in Spektator 4 (1974-1975) 5, p. 275-283.
|
|