Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdcollationerenEtym: Lat. collatio = samenbrenging, vergelijking. Term uit de bibliografie voor het controleren van een exemplaar-1 van een boek op volledigheid, tevens term uit de editietechniek voor het vergelijken van alle versies van teksten met het doel varianten op te sporen. Een tekstediteur dient inzicht te hebben in de varianten van de (geautoriseerde) drukken onderling en ten opzichte van de eventueel overgeleverde kopij om op basis daarvan een ideale tekst (copy text) samen te stellen. Voordat deze externe collatie mogelijk is, dient er reeds intern gecollationeerd te zijn, d.w.z. dat er binnen één druk exemplaren met elkaar vergeleken moeten worden om de ideal copy van zo'n druk samen te stellen. In de analytische bibliografie zijn verschillende methodes gangbaar voor de totale interne collatie. Met het blote oog kunnen twee exemplaren letter voor letter vergeleken worden; ook is optische collatie mogelijk met de methode van Vervliet en Bostoen met behulp van transparantfoto's die – van één uitgangsexemplaar vervaardigd – over de pagina's van te collationeren exemplaren geschoven kunnen worden. Op het gebied van de machinale collatie zijn er de zgn. Hinman-collator, de eenvoudiger Lindstrand-comparator, de projectie-apparaten van Dearing, Smith en Gerritsen en de experimenten met video en televisie van Horden. De nieuwste ontwikkeling vormt de computercollatie, waarvoor diverse softwareprogramma’s ontwikkeld zijn. Een belangrijk nadeel van alle totaalcollatiemethoden is de enorme tijdsinvestering die ermee gemoeid is. Partiële methoden voor de interne collatie kunnen niet alle varianten opsporen, maar leveren toch in korter tijdsbestek vaak gegevens voor de drukgeschiedenis. De schuine-lijntest kan op bepaalde plaatsen toegepast worden, evenals de methode van Horden die een doorzichtige perspex plaat op de pagina legt met een horizontale en een verticale lijn tegen de katernsignatuur aan, óf de methode-Verkruijsse die uitgaat van controle van alle katernsignatuur- of een aantal kopregelposities en van de paginering. De resultaten van de interne collatie worden door de descriptief-bibliograaf neergelegd in een min of meer uitgebreide beschrijving die in elk geval de collatieformule omvat. De gegevens die de externe collatie heeft opgeleverd, zijn vaak te vinden in het variantenapparaat van de teksteditie. Lit: Ph. Gaskell, A new introduction to bibliography (19742), p. 144, 357 P.J. Verkruijsse, Mattheus Smallegange (1624-1710) (1983), p. 28-38.
|
|