Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdasteriskEtym: Gr. asteriskos = sterretje. Superscript stervormig aandachts- en verwijzingsteken in teksten: *. De asterisk kent diverse toepassingsmogelijkheden. Oorspronkelijk is het een nootverwijzingsteken, maar bij meer noten zijn superscripte cijfers te prefereren. In de genealogie wordt het sterretje gebruikt om iemands geboortedatum aan te geven. In programmeertalen staat het voor vermenigvuldiging, ter vervanging van het maalteken ‘×’ uit de rekenkunde. In de informatica wordt de asterisk gebruikt als jokerteken om te zoeken; een zoekopdracht ‘regen, gevolgd door een asterisk’ kan als resultaat ‘regenboog’, ‘regenpak’ enz. opleveren, maar niet ‘slagregen’. In de historische taalkunde wordt de asterisk geplaatst voor gereconstrueerde woorden en zinnen in uitgestorven talen, om aan te geven dat deze vormen nooit zo zijn aangetroffen. Tal van voorbeelden kan men aantreffen in Schönfeld’s Historische grammatica van het Nederlands (19708). In de theoretische taalkunde geeft een asterisk aan dat een hypothetische woordvorm grammaticaal niet mogelijk is. Voorbeelden kan men vinden in de Syntaxis van A. Kraak & W.G. Klooster (1968). In digitale correspondentie worden woorden die klemtoon moeten krijgen tussen asterisken geplaatst. De asterisk wordt ook gebruikt als teken voor (zelf)censuur in scheldwoorden, bijv. k[asterisk]t, of ter vervanging van een groot deel van een persoons- of plaatsnaam, bijv. de heer Van G*** te L***** (beletselteken). Tenslotte wordt de asterisk gebruikt als katernsignatuur in het voorwerk van boeken uit de periode van de handpers. Lit: P.J. van der Horst, Alles over leestekens. Praktische handleiding voor het gebruik van leestekens en andere tekens (20013).
|
|