Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdcodicologieEtym: Lat. codex = boomstam, boek; Gr. logos = het denken, leer. De wetenschap die zich bezighoudt met de materiële aspecten van het middeleeuwse handgeschreven boek, de codex, uit de tijd dat er nog geen boeken werden gedrukt, ook wel handschriftenkunde of boekarcheologie genaamd. Voor de bestudering van de handschriften uit de periode van na de uitvinding van de boekdrukkunst gebruikt men wel de term manuscriptologie. De codicologie is pas na de Tweede Wereldoorlog goed van de grond gekomen en heeft zich van hulpwetenschap voor de filologie (bronnenproblematiek) ontwikkeld tot een zelfstandige cultuurhistorische discipline. De eeuwen daarvoor ging de aandacht niet zozeer uit naar het boek als wel naar het schrift (paleografie). In Nederland heeft met name Willem de Vreese (1869-1938) de codicologie gegrondvest met zijn Bibliotheca Neerlandica Manuscripta (die tegenwoordig is ondergebracht in de Universiteitsbibliotheek van de Universiteit Leiden en raadpleegbaar is via internet). De taak die de codicoloog zich stelt, is enerzijds boeken te beschrijven zoals die gedurende een bepaalde tijd en in een bepaalde regio vervaardigd zijn en gefunctioneerd hebben, anderzijds hoe een individueel boek gemaakt en gebruikt is (hiervoor is de term ‘codicografie’ inmiddels in zwang). Met name studie van eigenhandig door de auteur geschreven boeken (autograaf) kan veel onthullen over de manier waarop tekst en boek tot stand zijn gekomen. Lit: W.Gs Hellinga & P.J.H. Vermeeren, ‘Codicologie en filologie’ in Spiegel der Letteren 5 (1961) - 10 (1966-1967) W. de Vreese, Over handschriften en handschriftenkunde. Tien codicologische studiën. Bijeengebracht, ingel. en toegel. door P.J.H. Vermeeren (1962) A. Gruys & J.P. Gumbert (red.), Codicologica I. Théories et principes (1976) J.P. Gumbert & M.J.M. de Haan (red.), Litterae textualis. A series on manuscripts and their texts, 4 dln. (1972-1976) J.M.M. Hermans & G.C. Huisman, De descriptione codicum. Handschriftenbeschrijving, tevens Syllabus bij de colleges ‘Inleiding in de Westerse Handschriftenkunde / Codicologie’ (19813) A.J. Geurts e.a., Codicografie en computer. Proeve van een leidraad voor het beschrijven van handschriften (PCC-project) (1983) J.P. Gumbert, Illustrated inventory of medieval manuscripts in the Netherlands (IIMM). Introduction: rules, instructions (1985, rev. ed. 1991) J.A.A.M. Biemans, ‘Over de Bibliotheca Neerlandica Manuscripta van Willem de Vreese. Drie bijdragen aan de geschiedenis van de medio-neerlandistiek en de Middelnederlandse handschriftenkunde’ in Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 105 (1989), p. 249-280 J. Lemaire, Introduction à la codicologie (1989) J.P. Gumbert, The Dutch and their books in the manuscript age (1990) P. Wackers, Terug naar de bron (2002) E. van der Vlist & K.M. Rudy, ‘Het geschreven boek in Nederland tot omstreeks 1400. Continuïteit en emancipatie’ in B. Dongelmans e.a. (red.), Kopij en druk revisited, themanummer van Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis 17 (2010), p. 15-52.
|