Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdmanuscriptologieEtym: Lat. manu scriptum = met de hand geschreven; Gr. logos = kunde, leer. Door W.Gs Hellinga geïntroduceerde term – ook handschriftenkunde genoemd – voor die tak van de bibliologie die zich bezighoudt met handgeschreven teksten uit de periode van de boekdrukpers (manuscript-2). Na ca. 1500 worden er praktisch geen codices (codex, handschrift) voor publieksdoeleinden meer afgeschreven. Manuscripten hebben een sterk persoonlijk karakter en zijn niet bedoeld voor een lezerspubliek; ze vallen daarom niet onder de codicologie, maar hebben een eigen hulpwetenschap tot hun beschikking. In tegenstelling tot in de codicologie, waar de term codicografie inmiddels geïntroduceerd is, zijn er in de manuscriptologie nog vrijwel geen beschrijvingsmodellen (‘manuscriptografie’) ontwikkeld voor manuscripten. Lit: W.Gs. Hellinga [e.a.], Codicologie en filologie (1961).
|