Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdmanuscript-2Etym: Lat. manu scriptum = met de hand geschreven. Term uit de editiewetenschap en de manuscriptologie voor een handschrift voor eigen gebruik (klad), dit in tegenstelling tot de codex, de handgeschreven kopij en het gedrukte boek. In de drukkerswereld worden ook typoscripten als manuscript aangeduid. Een door de auteur zelf geschreven manuscript noemt men een autograaf; een afschrift door de auteur een apograaf en door een ander een allograaf-2. Ook brieven (brief) horen tot de manuscripten. De meeste bibliotheken bezitten een handschriftencatalogus waarin ook de manuscripten zijn opgenomen, zoals de Koninklijke Bibliotheek, Den Haag: Inventaris van de handschriften (voorl. uitg., dl. 1 (1988), dl. 2 (1993)), de Koninklijke Bibliotheek Albert I, Brussel: Catalogue des manuscrits (13 dln., 1901-1948), de Universiteitsbibliotheek Amsterdam: Catalogus der handschriften (7 dln., 1899-1923); de Universiteitsbibliotheek Leiden: Catalogus librorum manuscriptorum (samengesteld door Jacob Geel, 1852), de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (UB Leiden): Catalogus van de bibliotheek der Maatschappij (dl. 1, 1847), de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KB Den Haag): D.J.H. ter Horst, Catalogus van de handschriften der Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen, in bruikleen in de Koninklijke Bibliotheek ‘s-Gravenhage (1938), de Universiteitsbibliotheek Gent: Inventaris van de handschriften (1977). Lit: M. Mathijsen, Naar de letter. Handboek editiewetenschap (1995).
|
|