Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdhandschriftVerzamelnaam voor met de hand geschreven boeken. Vaak worden manuscripten (manuscript-2) ook wel aangeduid als handschrift. Gedurende de middeleeuwen werden tot de uitvinding van de boekdrukkunst (ca. 1450) alle boeken met de hand geschreven. Aanvankelijk op perkament, vanaf ca. 1400 ook op papier. Het schrijven van een boek was vakwerk en werd gedaan door kopiisten. De eerste kopiisten waren monniken, maar naarmate de eeuwen verstreken nam het aantal lekenkopiisten sterk toe. Was een met de hand geschreven middeleeuws boek bedoeld om publiekelijk te functioneren, dan noemt men zo'n handschrift een codex (codicologie). Handschriften bedoeld voor eigen gebruik noemt men manuscript-2 (manuscriptologie). Handschriften bedoeld om gedrukt te worden, noemt men kopij. Is het handschrift van de hand van de auteur zelf, dan spreekt men van een autograaf; gaat het om een kopie, van een apograaf of allograaf-2. De Middelnederlandse literatuur (in de strikte zin van het woord) is vrijwel uitsluitend in apografen bewaard gebleven. Middelnederlandse handschriften kunnen als gevolg van herhaaldelijk kopiëren fouten en corrupte lezingen (transmissiefout) bevatten. De filoloog (filologie) tracht d.m.v. tekstkritiek dit tekstbederf ongedaan te maken. Tegenwoordig is het handschrift als tekstdrager nagenoeg verdwenen. Het is gebruikelijker teksten te presenteren in de vorm van een typoscript of met behulp van een printer. Lit: H. Kienhorst, De handschriften van de Middelnederlandse ridderepiek. Een codicologische beschrijving, 2 dln (1988) J.W. Klein, ‘(Middelnederlandse) handschriften: produktieomstandigheden, soorten, functies’ in Queeste 2 (1995), p. 1-30 A. Douglas, Work in hand. Script, print, and writing, 1690-1840 (2017) Chr. de Hamel, Making medieval manuscripts (2018) M. Levy, Literary manuscript culture in Romantic Britain (2020).
|