Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdtyposcriptEtym: Gr. tupos = afdruk; Lat. scribere = schrijven. Een met de schrijfmachine vervaardigde tekst, bedoeld als kopij voor de zetter. Hoewel het eerste schrijfmachineoctrooi al uit 1714 dateert, wordt de machine toch pas in de 20ste eeuw gemeengoed. Voor die tijd heeft de zetter en dus ook de tekstediteur uitsluitend te maken met manuscripten (manuscript-2). Het typoscript stelt de editeur voor bijzondere problemen in verband met eventueel vervaardigde doorslagen en de daarmee samenhangende correctiemogelijkheden. Hoewel het materiaal het mogelijk maakt – ook op een oud model hamerslagmachine – duidelijke kopij af te leveren, weten veel auteurs toch slecht met de schrijfmachine om te gaan, wat resulteert in dansende, half afgedrukte of zelfs ontbrekende letters en aanvullingen en correcties met de hand. Een berucht voorbeeld van een slecht typist is Slauerhoff, van wie typoscripten aanwezig zijn op het Letterkundig Museum in Den Haag. Wanneer er niet alleen een voorslag, maar ook doorslagen zijn gemaakt met behulp van carbonpapier wordt de kwaliteit er niet beter op, vooral als typefouten niet op voor- én doorslag(en) uitgegumd zijn, maar door overslag ‘verbeterd’ zijn. Correctie met vloeibaar papier (tipp-ex) bedekt alleen de foutieve lezing maar verwijdert die niet; de oorspronkelijke lezing is vaak te zien wanneer het papier tegen het licht gehouden wordt. Schrijfmachines met carbon- en correctielintmechanisme maken het mogelijk om op de voorslag goed te corrigeren, al blijft zeker op de niet opnieuw door tekst bedekte plaatsen de indruk in het papier zichtbaar. De doorslagen moeten op de ‘ouderwetse’ manier behandeld worden. Op doorslagpapier met ‘ingebouwd’ carbon is alleen correctie mogelijk met vloeibaar papier. Een tekstverwerker of computer maakt het mogelijk om van hetzelfde ‘zetsel’ typoscripten te vervaardigen in verschillende lettertypes en in afwijkende lay-out met één of verschillende printers (matrix-, kwaliteits- of laserprinters). In alle gevallen lijkt het gewenst voor een tekstediteur om voor een editie zoveel mogelijk typoscripten (voor- en doorslagen) te achterhalen en te collationeren in verband met de tekstgenese.
Netversie van het typoscript van het gedicht 'Erker' van G. Achterberg. [bron: M. Matijsen, Naar de letter (1995), p. 43].
Lit: M. Mathijsen, Naar de letter. Handboek editiewetenschap (1995), p. 44-47.
|
|