Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdkaternsignatuurpositieDe plaats die de katernsignatuur inneemt ten opzichte van de onderste gedrukte regel van een pagina kan voor de analytisch-bibliograaf (analytische bibliografie-1) een belangrijk hulpmiddel zijn bij de bepaling of verschillende exemplaren (exemplaar-1) tot dezelfde druk behoren of niet. Wanneer de desbetreffende signatuur onder dezelfde letters of tekens staat, is er sprake van gelijk zetsel, dus van één en dezelfde druk. Het is immers absoluut onmogelijk dat een zetter – zelfs bij een pagina-voor-pagina-herdruk – de signaturen door het gehele boek heen op exact dezelfde posities plaatst. De methode van drukonderscheiding door signatuurposities is eind 19de eeuw voor het eerst toegepast door Madan, maar pas in de jaren '70 en '80 op ruimer schaal bij grote bibliografische ondernemingen als de STCN. De STCN noteert de eerste en laatste katernsignatuurpositie van respectievelijk voor-, hoofd- en nawerk in een formule, die fingerprint genoemd wordt. Wanneer alle signatuurposities uit een exemplaar genoteerd worden, is het soms mogelijk door collationeren van zoveel mogelijk exemplaren varianten binnen één druk op te sporen. Als tussenoplossing tussen vaak niet haalbare totaalcollatie en geen collatie kan deze partiële collatie uitkomst brengen. Het noteren van signatuurposities kan zoals bij de STCN-fingerprint in een voor de computer leesbare formule, maar het kan ook door onderstreping van het tekstgedeelte uit de onderste regel waaronder de katernsignatuur zich bevindt (een spatie kan aangegeven worden door ‘^’): *4 mag^ [signatuur *4 staat onder de tekens 'mag' en de daarop volgende spatie] *5 geweest, [signatuur *5 staat onder 'weest'] A dat dit [signatuur A staat onder de 'd' van 'dit'] enz. Lit: F. Madan, ‘On method in bibliography’ in Transactions of the Bibliographical Society of America 1(1893), p. 96 P.J. Verkruijsse, Mattheus Smallegange (1624-1710) (1983), p. 32-51 P.C.A. Vriesema, ‘The STCN fingerprint’ in Studies in Bibliography 39 (1986), p. 93-100 (ook in Dokumentaal 15 (1986), p. 55-61) A.C.G. Fleurkens, ‘Een kwestie van identificatie: de STCN, een vingerafdruk en Roemer Visschers "Brabbeling" uit 1614’ in Spiegel der Letteren 52 (2010), p. 147-158.
|
|