Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdanalytische bibliografie-1De wetenschap die het gedrukte boek als materieel object bestudeert. Voor de literatuurhistoricus-filoloog die de tekstgeschiedenis wil nagaan, is de analytische bibliografie naast de codicologie en de manuscriptologie een noodzakelijke hulpwetenschap. Zij vereist kennis van bij het drukproces gebruikt materiaal (papier en letter) en van de methode van werken in de zetterij, drukkerij en binderij (kopij klaarmaken, zetten, opmaken, proefdrukken, corrigeren, drukken en binden) om fouten die optreden tijdens de transmissie van een tekst te kunnen herkennen en verklaren. Het centrale begrip in de analytische bibliografie is het collationeren, het vergelijken van exemplaren om te zien of er van hetzelfde zetsel gedrukt is. De eenheid van collationeren is de drukvorm (per vel een binnenvorm en een buitenvorm), die voor ieder bibliografisch formaat weer anders is. Nadat er een aantal of zoveel mogelijk exemplaren van een druk gecollationeerd zijn, is het mogelijk om een ideal copy te construeren, een meestal fictief exemplaar waarin de drukgeschiedenis van die bepaalde druk weerspiegeld wordt met alle correcties op de pers en cancels. Een analytisch-bibliografische beschrijving van zo’n ideal copy omvat tenminste de volgende elementen: short title, beschrijving van gegraveerde, gedrukte en franse titel, colofon, formaat, collatieformule, fingerprint, overzicht van paginering of foliëring, lijst van prenten, een korte inhoudsopgave, een lijst van gecollationeerde exemplaren met provenance-gegevens en verwijzingen naar het bibliografisch apparaat. Daarnaast kan er behoefte zijn aan één of meer van de volgende onderdelen: lettertype, watermerk, lijst met custoden, kopregels, afmetingen van de zetspiegel, een opgave van het aantal regels per pagina, een overzicht van katernsignatuurposities en een variantenoverzicht. Nadat er binnen één druk gecollationeerd is, kan getracht worden om aan de hand van de via de analytisch-bibliografische methode gevonden tekstvarianten een ideale tekst (copy-text) samen te stellen, d.w.z. een tekst die de kopij het dichtst benadert. Daarnaast kan begonnen worden aan het vergelijken van drukken om de volgorde vast te stellen als ze niet gedateerd of gelijk gedateerd zijn. Maar met het afwegen van tekstuele varianten is het terrein van de tekstcriticus al betreden. De analytische bibliografie is rond 1900 ontstaan uit de Shakespeare-filologie in de kring van de Bibliographical Society. De New Bibliography, zoals deze richting genoemd werd, is vooral ontwikkeld door A.W. Pollard, R.B. McKerrow en W.W. Greg. In Nederland is deze filologische hulpwetenschap geïntroduceerd door W. Hellinga. Analytisch-bibliografisch onderzoek op Nederlandse literaire teksten is o.a. verricht door Hellinga in Jan van der Noots Epitalameon (ed. W.A.P. Smit (1953)), door Grootes en Oey-De Vita m.b.t. Bredero's Spaanschen Brabander (in respectievelijk Nieuwe Taalgids 63 (1970), p. 28-32 en Spiegel der Letteren 12 (1969-1970), p. 268-283), door Veenstra m.b.t. Bredero's Griane (in Spektator 2 (1972-1973), p. 225-242, 333-348), door Van Selm m.b.t. Van Effens Hollandsche Spectator (in Studies voor Zaalberg, 1975, p. 187-259) en door Waterschoot in Van der Noots Poetische werken (dl. 1, 1975). Lit: R.B. MacKerrow, An introduction to bibliography for literary students (19282) M.J. Pearce, A workbook of analytical & descriptive bibliography (1970) Ph. Gaskell, A new introduction to bibliography (19742). Algemene literatuur: Fr. Bowers, Bibliography and textual criticism (1964) W.W. Greg, Collected papers (1966) P.S. Dunkin, Bibliography.Tiger or fat cat? (1975) M. Boghardt, Analytische Druckforschung (1977) G. Thomas Tanselle, Bibliographical analysis, a historical introduction (2009). Voor Nederland: W.Gs Hellinga, Kopij en druk in de Nederlanden (1962) W. & L. Hellinga, ‘De betekenis van de incunabelkunde voor de neerlandistiek’ in Dietse studies (1965), p. 52-76 W. Hellinga, ‘Analytische bibliografie: eisen en grenzen’ in Handelingen 27e Vlaamse Filologencongres (1969), p. 260-261 P.M.M. van Cleef Jzn., Handboek ter beoefening der boekdrukkunst in Nederland, ed. F.A. Janssen (1974) P.J. Verkruijsse, Mattheus Smallegange (1624-1710) (1983), p. 23-51 H. Borst e.a., ‘Wonen in het woord, leven in de letter. Analytische bibliografie en literatuurgeschiedenis’ in Literatuur 5 (1988), p. 332-341 P.J. Verkruijsse, 'Moeilijk en dogmatisch, maar wel buitengewoon rijk; verleden, heden en toekomst van de analytische bibliografie' in Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis 9 (2002), p. 7-23, 193.
|