Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdcopy-textEtym: Eng. tekst die het dichtst bij de kopij staat. Term uit de analytische bibliografie en editietechniek voor de op basis van de drukgeschiedenis en tekstgeschiedenis (tekstgenese) door een editeur gereconstrueerde (kritische editie) tekst die het dichtst bij de auteurskopij geacht wordt te staan. Vooral in de periode van de handpers en vooral ook wanneer geen manuscript-2 (en dus geen kopij) voorhanden is, moet de analytisch-bibliograaf eerst per druk een ideal copy vaststellen. Vervolgens dient per variant de graad van autorisatie (autoriseren) bepaald te worden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen accidentals en substantives, omdat uniformering in interpunctie en spelling dikwijls een zaak was van de zetter, niet van de auteur. Dat impliceert dat bijv. vaak spelling en interpunctie van een editio princeps overgenomen worden in de copy-text, ook (of: juist) als die afwijken van het inconsequente gebruik daarvan in de wel overgeleverde kopij. Lit: W.W. Greg, ‘The rationale of copy-text’ in Studies in Bibliography 3 (1950-1951), p. 19-36 F. Bowers, ‘Multiple authority: new problems and concepts of copy-text’ in The Library 5th series, 27 (1972), p. 81-115 V.E. Dearing, ‘Concepts of copy-text old and new’ in The Library 5th series, 28 (1973), p. 281-293 Ph. Gaskell, A new introduction to bibliography (19742), p. 338-343 G.Th. Tanselle, ‘Greg's theory of copy-text and the editing of american literature’ in Studies in Bibliography 28 (1975), p. 167-229 M. Spies, ‘Verantwoording’ in J. van den Vondel, Twee zeevaart-gedichten (dl. 2, 1987), p. 1-10.
|
|