Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdcoplaEtym: Sp. strofe, couplet. Term uit de genreleer ter aanduiding van een Spaans puntdicht, meestal bestaande uit vier achtlettergrepige regels, de cuarteles, of uit regels met afwisselend vijf of zeven syllaben, de seguidillas, veelal bedoeld om gezongen te worden. De thematiek omvat gevoelens van liefde, haat, verlangen, droefheid en vreugde. Men onderscheidt de copla de arte, copla de pie quebrado (gebroken, half vers), copla de Calainos (vgl. de Spaanse ridderverhalen). Copla’s zijn in het Nederlands vertaald en bewerkt door o.a. J.W.F. Werumeus Buning en Hendrik de Vries, vaak in de vorm van een simpel grappig verhaaltje, bijv.: Daar was eens een groote koning Lit: H. Berghuis (red.), Tweehonderd copla’s zoals Spanje ze zingt (1961) R. Baehr, Manual de versificación españole (1970) M. Gijsen, ‘J.W.F. Weremeus Buning: voor twee stuivers anjelieren. Nieuwe copla’s’ in VW, dl. 6 (1977), p. 273-286 G. Brenan, La copla popular española (1995) H. Hermans, ‘Rood-geel-rood!: zijn eigen noot’ in B. Slijper (red.), In droomcadans bedwongen: over Hendrik de Vries (1999), p. 152-182.
|