Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdautoriserenEtym: Lat. auctoritas = gezaghebbende mening. In de editietechniek (teksteditie) is het noodzakelijk onderscheid te maken tussen geautoriseerde en niet-geautoriseerde bronnen, d.w.z. teksten waaraan een auteur wel, respectievelijk niet heeft meegewerkt. Als geautoriseerd gelden wat betreft de handschriften uiteraard alle autografen (autograaf), maar ook de apografen (apograaf) van de auteur zelf en de allografen (allograaf-2) die in opdracht van de auteur zijn vervaardigd of door hem gecontroleerd zijn. Geautoriseerde drukken zijn díe drukken die de auteur gewild of goedgekeurd heeft en waarvoor hij de kopij heeft geleverd of waarop hij tijdens het drukproces invloed heeft kunnen uitoefenen door correctie. Het vaststellen van een grondtekst met een hoge autorisatiegraad wordt bemoeilijkt doordat ook binnen een geautoriseerde bron de autorisatiegraad wisselt. Door allerlei omstandigheden kan een auteur bijv. een gedeelte van de drukproeven voor een boek minder nauwkeurig corrigeren dan een ander gedeelte. Zo kunnen varianten ontstaan die dan passief geautoriseerd worden. Voor de periode dat een auteur zich niet of nauwelijks bekommerde om het drukresultaat kan de analytische bibliografie-1 behulpzaam zijn bij het reconstrueren van de kopij, dus van een meer geautoriseerde tekst. Als voorbeeld van de problemen die zich bij het autoriseren kunnen voordoen, mag de tekstgeschiedenis gelden van Huygens' Heilighe daghen (ed. Strengholt, 1974). Huygens is iemand die zich méér dan zijn collega's bekommert om het drukresultaat. Dankzij informatie uit brieven is in dit geval goed te volgen wat er met een tekst gebeurd is. Barlaeus en Hooft laten van Huygens' autograaf een allograaf maken die als kopij moet dienen voor de eerste druk van 1645. De proeven worden door Hooft en Barlaeus gecorrigeerd en Huygens wordt geconfronteerd met een kant-en-klaar drukresultaat. Hij constateert een ernstige zetfout in r. 12 van het gedicht ‘Kersmis’. Barlaeus, daarop attent gemaakt, brengt een correctie aan voor de 2de (niet overgeleverde) druk, maar een verkeerde correctie (een zgn. ‘Verschlimmbesserung’) die weer overgenomen is in de niet-geautoriseerde drukken van 1648, 1661 en 1663. De wel geautoriseerde drukken van 1647, 1658 en 1672 hebben de tekst zoals door Huygens bedoeld. De niet-geautoriseerde drukken van 1651 en 1659 hebben als kopij de druk van 1647 genomen en zijn dus wel correct. Over de speciale problemen die toneelteksten kunnen leveren aangaande autorisatie, handelt E. Oey-De Vita in ‘Problemen van kopijonderzoek voor toneelstukken uit de zeventiende eeuw’ in Spektator 3 (1973-1974), p. 12-29, 661-679. Lit: F. Bowers, Textual & literary criticism (19662) H. Zeller, ‘Befund und Deutung’ in Texte und Varianten (1971), p. 45-89 Ph. Gaskell, A new introduction to bibliography (19742), p. 336-360, 381-391.
|
|