Algemeen letterkundig lexicon

autotelisch

Etym: Gr. autos = zelf; telos = einde.

Term uit de autonomiebewegingen voor de opvatting dat het literaire werk een doel in zichzelf is, zijn eigen werkelijkheid schept en niet betrokken is op de buitentekstuele werkelijkheid. Alleen het fictionele (fictie) element telt, en niet het referentiële. Men vindt een dergelijke opvatting bij formalisten (Russisch formalisme) en in het algemeen bij ieder die een literatuurbenadering aanhangt die ergocentrisch gericht is en de close reading-methode toepast.

autoriseren

autre-biography