Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdclose readingEtym: Eng. van dichtbij lezen. Tekstgerichte, ergocentrische benaderingswijze van literatuur, bepleit en toegepast door aanhangers van de autonomiebewegingen als reactie op de biografisch-positivistische en wereldbeschouwelijke interpretatiewijze. Deze methode van literaire analyse heeft sinds de jaren 1920 haar weg gevonden in de literatuurwetenschap vooral door toedoen van invloedrijke scholen als het New Criticism en de Werkinterpretation. De literaire tekst wordt als een autonome werkelijkheid beschouwd die alle aandacht van de criticus opeist. De methode wordt gekenmerkt door het nauwkeurig lezen van het tekstaanbod: ze beperkt zich tot ‘the words on the page’, houdt in het algemeen geen rekening met de persoon van de auteur en is zeer voorzichtig met het betrekken van historische achtergronden in de analyse van het kunstwerk. Hoofddoel is het geheel van vormgevingsprincipes te beschrijven zoals die blijken uit vorm, stijl, structuur en symboliek van de tekst. In Nederland is het vooral de Amsterdamse school (W.G. Hellinga) geweest en de groep rond Merlyn (1962-1966, met analyses o.a. van J.J. Oversteegen, K. Fens en H.U. Jessurun d’Oliveira) die de close reading-methode voorstond. Voor een recente kritische reactie op het close reading, zie distant reading. Lit: W.G. Hellinga & H. van der Merwe Scholtz, Kreatiewe analise van taalgebruik (1955) J.J. Oversteegen, Analyse en oordeel (1965, DBNL 2005) W. Drop & J.W. Steenbeek, Indringend lezen 1: ‘close reading’ van poëzie (1970) G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 2 (1994), kol. 257-259 B. Herrnstein Smith, 'What was “close reading”? A century of method in literary studies' in The Minnesota Review 87 (2016), p. 57–75 D. James (red.), Modernism and close reading (2020).
|