Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdergocentrischEtym: Gr. ergon = werk. Term uit de sfeer van de autonomiebewegingen voor het streven - ook wel tekstimmanent of werkimmanent genoemd - van criticus en tekstonderzoeker om zich bezig te houden met het afzonderlijke literaire werk of de interpretatie daarvan (‘het werk centraal’) zonder aandacht voor 'externe' instanties als auteur, wereld of lezer. Niet alle vertegenwoordigers van autonomiebewegingen waren even streng (autotelisch) in de leer. Zo gaan de representanten van het structuralisme en het Russisch formalisme als Sjklovski en de jonge Tynjanov verder in hun afwijzing van buitentekstuele bemoeienissen dan I.A. Richards, de grondlegger van new criticism. Een belangrijke analysemethode binnen dit kader toegepast is die van de close reading. Belangrijk in dit verband in Nederland was het tijdschrift Merlyn (1962-1966), met J.J. Oversteegen, Kees Fens en H.U. Jessurun d'Oliveira Lit: W.Gs Hellinga & H. van der Merwe Scholtz, Kreatiewe analise van taalgebruik (1955) H. Postma, Marsmans verzen: toetsing van een ergocentrisch interpretatiemodel (1977).
|