Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdautre-biographyEtym: Fr. autre = andere, Gr. bios = leven, Gr. grafein = schrijven. Term in het leven geroepen door J.M. Coetzee om een typisch postmoderne vorm van bekentenisliteratuur aan te duiden waarin de auteur tegelijk wel en niet zijn eigen leven lijkt te beschrijven. Deze onontwarbare dubbelzinnigheid wordt in de term zelf gesuggereerd door het impliciete klankspel autre-biography/autobiographie: levensbeschrijving van een ander/van jezelf. Dergelijke teksten weerspiegelen Coetzees overtuiging dat ‘all autobiography is storytelling, all writing is autobiography’, waardoor de grens van de fictionaliteit (fictie) en het statuut van de auteur in zijn eigen verhalen en zelfportretteringen erg vlottend worden. Deze problematiek is aan de orde in Coetzees eigen werk; bijv. in zijn gefictionaliseerde memoires Boyhood (1997), Youth (2002) en Summertime (2009), of in een roman als Diary of a bad year (2007), waarin levensloop en opvattingen van hoofdpersonage en hoofdverteller een aantal opvallende overeenkomsten vertonen met wat we weten over de romancier, zonder er ooit mee samen te vallen. Onder de vele andere moderne schrijvers die zich graag bewegen in het onvaste grensgebied tussen autobiografie en fictie kan men Ph. Roth en Br. Easton Ellis vermelden. Een bekend voorbeeld uit de Nederlandse literatuur is A.F.Th. van der Heijden. De overeenkomsten met de autofiction liggen voor de hand. Zie ook biofictie. Lit: A. Hall, ‘Autre-biography: disability and life writing in Coetzee’s later works’ in Journal of literary & cultural disability studies 6 (2012), p. 53-67.
|