Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdincunabelEtym: Lat. in-cunabula = windsels van een pasgeborene < cunabula = wieg(je). Boek gedrukt in de beginperiode van de boekdrukkunst (ca. 1450 tot en met 31 december 1500); vandaar ook de vaak gebruikte term wiegendruk. In hun uiterlijke vorm volgen de incunabelen tot in de details de handgeschreven boeken (codex) na: zij zijn weliswaar met losse, steeds opnieuw te gebruiken letters geproduceerd, maar de lettertypes (gotisch schrift), de afkortingen (abbreviatuur), de indeling, de structuur enz. werden van de handschriften overgenomen. Net als bij de codex ontbrak het titelblad. Initialen (initiaal-1) en penwerk werden met de hand aangebracht. Kenmerkend voor de incunabelperiode is bovendien dat iedere drukker zijn eigen letters liet snijden en gieten; het drukwerk heeft daardoor een sterk individueel karakter, terwijl van lokale of nationale kenmerken nog nauwelijks sprake is. De incunabelperiode duurt niet in alle landen precies even lang: in Italië is ze rond 1490 afgelopen, in Frankrijk omstreeks 1510, in Duitsland ongeveer 1520 en in de Nederlanden pas tegen 1540. Omdat de definitie van incunabel het jaar 1500 als uiterste grens heeft, noemen we tussen 1500 en 1540 in Nederland gedrukte boeken postincunabelen. Deze vertonen steeds minder de kenmerken van het middeleeuwse handschrift. De incunabelen behoren tot de best beschreven categorieën drukwerk. Reeds in 1874 publiceerde M.F.A.G. Campbell zijn Annales de la typographie néerlandaise au XVe siècle, sindsdien van een aantal supplementen voorzien. Er zijn incunabelcatalogi van het British Museum, van Amerikaanse (door F.R. Goff), Duitse (de Gesamtkatalog der Wiegendrucke), Belgische (door M.L. Polain) en Nederlandse bibliotheken (Incunabula in Dutch libraries). De internationale ISTC, gehost door de British Library, is digitaal beschikbaar.
Afbeelding van een incunabel. [bron: P.F.J. Obbema e.a., Boeken in Nederland (1979), p. 29].
Lit: F. Geldner, Inkunabelkunde (1978) P.F.J. Obbema e.a., Boeken in Nederland. Vijfhonderd jaar schrijven, drukken en uitgeven (1979) H. de la Fontaine Verwey, ‘De geboorte van het moderne boek’ in Id., Uit de wereld van het boek, dl. 1 (1982), p. 13-41 L. Febvre & H.J. Martin, The coming of the book. The impact of printing 1450-1800 (1984) H.D.L. Vervliet, ‘Het landschap van de Nederlandse incunabelen: een verkennend onderzoek naar publikatiepatronen’ in Liber Amicorum Herman Liebaers (1984), p. 335-353 H. Pleij, ‘Literatuur en drukpers: de eerste vijftig jaar’ in Nederlandse literatuur van de late middeleeuwen (1990), p. 137-157 H. Pleij, ‘De betekenis van de beginnende drukpers voor de ontwikkeling van de Nederlandse literatuur in Noord en Zuid’ in Spektator (1992) 3, p. 227-263.
|
|