Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdtitelpaginaTerm uit de bibliografie voor de recto-zijde van het titelblad waarop zich de titel van het boek bevindt. Bij de titelbeschrijving baseert men zich in eerste instantie op de gegevens zoals die op de titelpagina voorkomen en niet op die van franse titel, rugtitel of omslag. De titelpagina bevat gewoonlijk de auteursnaam, de titel en ondertitel, gegevens over vertaler of illustrator, de drukvermelding, het drukkersmerk en het impressum met de naam van de uitgever, de plaats en het jaar van uitgave. Titel- en impressumgegevens bevinden zich vaak ook op de titelprent. Serietitels staan gewoonlijk op de verso-zijde van de Franse titel. Als gevolg van de automatisering en standaardisering van bibliografische gegevens zijn langzamerhand steeds meer titelpaginagegevens verhuisd naar de verso-zijde van het titelblad, zoals informatie over vertalers, oorspronkelijke titels van vertaald werk, illustratoren, drukken en herdrukken en oplagecijfers. De titelpagina is ontstaan na de uitvinding van de boekdrukkunst toen teksten in meer exemplaren en in grotere hoeveelheden beschikbaar kwamen voor een leespubliek. De middeleeuwse codex had geen titelpagina nodig; een incipit was voor de individuele bezitter van het unieke exemplaar voldoende om het van andere codices te onderscheiden. De eerste drukkers bootsten de codices na en brachten de gegevens over plaats en jaar van drukken onder in het colofon. Ten behoeve van een duidelijker presentatie in de boekhandel voor het publiek kwam uiteindelijk de titelpagina tot stand. De eerste Nederlandse titelpagina werd door de Haarlemse drukker Jacob Bellaert in 1483 aangebracht in het boek Dit is dat boec van arent Bosman. Reeds in 1487 doen de meeste drukkers aan deze nieuwe mode mee. In 1501 staat voor het eerst een drukkersnaam (Thielman Kerver) op een Nederlandse titelpagina en in 1520 een volledig impressum (Antwerpen, Claes de Grave, 1520). Bij de bibliografische beschrijving van boeken uit de periode van de handpers (analytische bibliografie-1) is lange tijd zeer veel aandacht besteed aan de titelpagina voor de identificatie van drukken en herdrukken. Met de quasi-facsimile-transcriptie-methode werden de diverse lettertypen zo nauwkeurig mogelijk aangegeven. Tegenwoordig acht men het belang van de titelpagina voor dat doel van ondergeschikt belang en hecht men meer aan de fingerprint-methode. Onderzoek naar de titelpagina lijkt vooral ook voor de kunstgeschiedenis en de boekhistorie interessant.
Titelpagina van een Nederlandse druk van de Amadis de Gaula (1598). [bron: Bibliopolis]
Lit: W.Gs Hellinga, Kopij en druk in de Nederlanden (1962), p. 110-111 K.F. Treebus, Tekstwijzer (19832), p. 156 Y.G. Vermeulen, ‘Tot profijt en genoegen’. Motiveringen voor de produktie van Nederlandstalige gedrukte teksten 1477-1540 (1986), p. 6-9 A. Fowler, The mind of the book. Pictorial title-pages (2017) F.A. Janssen, 'Typografisch spelen? Titelbladen in de zestiende eeuw' in M. Hogenbirk & L. Kuitert (red.), Schriftgeheimen (2017), p. 65-78.
|
|