Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdbibliografieEtym: Gr. biblion = boek; grafein = schrijven. De betekenis van het begrip ‘bibliografie’ heeft zich ontwikkeld van het afschrijven van teksten tot het schrijven over boeken en uiteindelijk het beschrijven van boeken. Binnen de bibliografiebeoefening zijn er twee hoofdrichtingen: de analytische bibliografie-1 of kritische bibliografie die zich vooral richt op het boek als materieel object en de resultaten van het analytisch onderzoek vastlegt in descriptieve bibliografieën, én de enumeratieve of systematische bibliografie die de beschreven boeken naar hun inhoud rangschikt. Bibliografieën zijn in twee typen te verdelen: algemene en speciale, beide nationaal of internationaal. Een nationale algemene bibliografie vermeldt alle boeken, geschreven in een bepaalde taal of uitgegeven in een bepaald land; zo’n bibliografie kan slechts dan goed functioneren wanneer in een land een wettelijk depot bestaat. Aangezien Nederland niet over een wettelijk depot beschikt, fungeert hier als nationale bibliografie de als ‘catalogus’ aangeduide Brinkman's (cumulatieve) catalogus van boeken en tijdschriften, verschenen in Nederland en Vlaanderen en in de Nederlandse taal elders (sinds 1846). De voorlopers van ‘de Brinkman’ zijn het Naamregister van Van Abkoude en Arrenberg en de Naamlijst van J. de Jong en de ‘Naamlijst-Saakes’. De Bibliotheca Belgica (1964-1975) is als de nationale retrospectieve bibliografie voor de periode tot 1600 opgezet, maar het werk is zeer onvolledig gebleven. Datzelfde geldt voor het digitale STCN-project (Short-Title Catalogue, Netherlands) dat de bedoeling had een overzicht te geven van de Nederlandse boekproductie van het begin van de boekdrukkunst tot ongeveer 1800, maar dat in 2009 op een laag pitje is gezet na de beschrijving van de collecties van een aantal grote bibliotheken. De STCV (Short-title catalogus Vlaanderen) is nog in uitvoering. Een voorbeeld van een nationale speciale of vakbibliografie is de Bibliografie van de Nederlandse Taal- en Literatuurwetenschap (BNTL) die vanaf 1970 op papier verscheen, maar later uitsluitend digitaal en in afgeslankte vorm. Bibliografieën kunnen afgesloten, lopend of retrospectief zijn. Afgesloten bibliografieën hebben niet de bedoeling om op de een of andere manier nog aan te vullen (bijv. P.J. Buijnsters. Bibliografie der geschriften van en over Betje Wolff en Aagje Deken, 1979). Lopende bibliografieën verschijnen in afleveringen en werken vaak na enige tijd cumulatief, zoals de BNTL die na vier jaardelen een cumulatief deel gaf (met aanvullingen) waarin de afgelopen vier jaar zijn opgenomen plus het lopende vijfde jaar. Retrospectieve bibliografieën beschrijven publicaties uit een afgesloten periode, zoals de reeds genoemde Bibliotheca Belgica, of zoals de delen 1-30 van de BNTL waarvan alleen de delen 18 (1940-1945) en 22-30 (1940-1945, 1960-1998) zijn verschenen. Bibliografieën kunnen alfabetisch, chronologisch of systematisch zijn ingericht; ze kunnen uitputtend of selectief zijn, zelfstandig of verborgen (bijv. verschenen in tijdschriften of verzamelwerken). Het verschil tussen een bibliografie en een catalogus-1 is dat een catalogus een plaatsgebonden collectie beschrijft en een bibliografie boeken over een bepaald onderwerp ongeacht de plaats waar die boeken zich bevinden. De algemene internationale systematische bibliografie heeft de langste geschiedenis: Konrad Gessner trachtte in 1545 in een universele bibliografie alle publicaties te beschrijven in zijn Bibliotheca Universalis. De expansief groeiende publicatiestroom was echter niet meer bij te houden, ook niet in het Institut International de Bibliographie (IIB; 1895-1914), door Paul Otlet en Henri LaFontaine te Brussel opgericht, welk instituut het Répertoire bibliographique universel had moeten leveren. Het samenstellen van speciale internationale bibliografieën is echter al een hele opgave. Dankzij de inschakeling van moderne apparatuur (computers, eerder ook magneetbanden, cd-rom's, microfiches enz.) tracht de documentaire dienstverlening (documentatie) de stroom aan informatie de baas te blijven. De bibliografieën als ontsluitingsmiddelen voor onderzoek moeten vaak eerst zelf weer vindbaar gemaakt worden via bronnengidsen, zoals voor de neerlandistiek het Vermakelijk bibliografisch ganzenbord van A.M.J. van Buuren, W.P. Gerritsen en A.N. Paasman (19835) of de recentere website BIZON (Bibliografisch Zoekprogramma Nederlandse letterkunde), of via bibliografieën van bibliografieën zoals Th. Besterman's A world bibliography of bibliographies (5 dln., 1965-19664) en de website GIRAF (versie 1.0: 1994). De doelstelling die een bibliograaf met een bibliografie heeft, bepaalt de inrichting ervan. Zo zullen de boekbeschrijvingen in een systematische bibliografie van de Nederlandse 18de-eeuwse roman er anders uitzien dan in een descriptieve bibliografie van het werk van Bredero. Als minimumeis voor de beschrijving van boeken uit de handpersperiode kan gelden: vermelding van auteur, (verkorte) titel, impressum en bewaarplaats van het beschreven exemplaar. Een analytisch-bibliograaf die de drukgeschiedenis van een tekst wil achterhalen, zal méér moeten doen, nl. een ideal copy beschrijven. De bibliografische beschrijvingsregels voor boeken van na 1800 richten zich óf naar de richtlijnen van de American Psychological Association (Publication manual of the American Psychological Association) óf naar die van de Modern Language Association (Joseph Gibaldi, MLA style manual and guide to scholarly publishing), min of meer afhankelijk van de mores op een bepaald vakgebied. Zie ook het thema bibliografie op de website van de DBNL. Lit: David F. Foxon, Thoughts on the history and future of bibliographical description (1970) Ph. Gaskell, A new introduction to bibliography (19742) P.S. Dunkin, Bibliography. Tiger or fat cat? (1975) P.S.A. Groot, Documentaire dienstverlening (1981) P. Schneiders, De bibliotheek- en documentatiebeweging 1880-1914 (1982) R.B. Stokes, The function of bibliography (19822) L.N. Malclès, Manuel de bibliographie (19854) F. Bowers, Principles of bibliographical description (19943) M. Mathijsen, ‘Zoekwegen’ in Naar de letter. Handboek editiewetenschap (1995), p. 99-122 A.O. Kouwenhoven & J.J.M. de Haas, Handboek bibliografie. Een nieuwe gids naar bronnen van gepubliceerde informatie (19953) A. Boekhorst e.a., Informatievaardigheden (20043).
|