Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdafschrijvenBenaming voor het kopieerproces waarmee in de periode voor de uitvinding van de boekdrukkunst een boek (codex) vermenigvuldigd werd. Het afschrijven van boeken werd uitgevoerd door een kopiist of afschrijver. Vaak waren dit beroepsschrijvers die soms zelfs in groepsverband werkten (bijv. bij het afschrijven van de Lancelot-compilatie). De kopiist maakte bij het afschrijven gebruik van een voorbeeldhandschrift (legger) dat hij letterlijk overnam. Soms echter veranderde de kopiist naar eigen inzicht passages in de tekst, bijv. omdat de legger onvolledig was, hij deze niet begreep of omdat hij de tekst onjuist, onverantwoord of slecht vond. Ook was het mogelijk dat de kopiist tijdens het afschrijven fouten (continueringsfout, dicteerfout) maakte, waardoor zijn tekst ging afwijken van de legger. Als meer handschriften van een bepaalde codex overgeleverd zijn, is het mogelijk om de tekstgenese van het werk te reconstrueren in een stamboom of stemma door vergelijking van de overeenkomsten en verschillen in de teksten. Vrijwel het hele middeleeuwse boekenbestand is overgeleverd als afschrift (apograaf of allograaf-2). Boeken die door de auteur zelf geschreven zijn (autograaf), zijn uiterst zeldzaam. Afschrijven staat ook voor een van de voorbereidende activiteiten van de kopiist, het liniëren. Lit: A.M. Duinhoven, Bijdragen tot reconstructie van de Karel ende Elegast (2 dln.; 1975-1981) M. Draak, De Middelnederlandse vertalingen van de proza-Lancelot (19772), p. 37-40 Th. Glorieux-De Gand, Het woord van de kopiist; colofons van gedateerde handschriften (1991) J.W. Klein in B. Besamusca & A. Postma, De Middelnederlandse vertaling van de Lancelot en prose overgeleverd in de Lancelotcompilatie. Pars 1 (vs. 1-5530) voorafgegaan door de verzen van het Brusselse fragment (1993) M. Hülsmann, ‘De wisselende samenstelling van de Utrechtse heiligenkalender: een onderzoek naar de taakverdeling bij het afschrijven en het decoreren van handschriften’ in J.M.M. Hermans & K. van der Hoek (red.), Boeken in de late Middeleeuwen: verslag van de Groningse Codicologendagen 1992 (1994), p. 53-64.
|
|