Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdstemmaEtym: Lat. stamboom < Gr. stemma = krans, geslachtslijst. Term uit de editiewetenschap en tekstkritiek voor de schematische weergave in de vorm van een boomdiagram van de onderlinge verwantschap van documentaire bronnen (handschrift, codex, druk), waarin een tekst bewaard is gebleven. Het opstellen van het stemma speelt een belangrijke rol bij het bezorgen van een editie. Het vaststellen van de onderlinge verwantschap van middeleeuwse bronnen vindt plaats aan de hand van overeenkomstige fouten, de zogenaamde Lachmann-methode: twee verschillende kopiisten kunnen nooit onafhankelijk van elkaar op dezelfde plaats dezelfde fout maken. Men gaat er daarbij vanuit dat de oudste tekst de beste is, en dat alle handschriften uiteindelijk teruggaan op een oerhandschrift, het archetype-1. In de praktijk slaagt men er zelden of nooit in een stemma op te stellen dat uitmondt in het archetype; men blijft voortdurend steken in tweesprongen, de zogenaamde ‘fatale vorken’. Tegenwoordig gaat men uit van het inzicht, dat het een van de wezenskenmerken van (middeleeuwse) literaire teksten is dat ze niet (altijd) slaafs gekopieerd werden, maar regelmatig werden aangepast aan hun nieuwe gebruikssituatie. Daarnaast weten we dat veel teksten een oraal verleden (orale literatuur) hebben gehad voordat ze op schrift gesteld werden. Voor de periode na de middeleeuwen, wanneer de editeur ook te maken heeft met geautoriseerde bronnen (autoriseren), dienen in een stemma zowel manuscripten als drukken een plaats te krijgen.
Voorbeeld van een (imaginair) stemma. [bron: M. Mathijsen, Naar de letter (1995), p. 52]
Lit: A. Dees, ‘Over stambomen van handschriften’ in Forum der Letteren 18 (1977), p. 63-78 A. Dees, M. Dekker & M. Mulder, ‘Een voorbeeld van stamboomreconstructie: Karel ende Elegast’ in Spektator 18 (1988-1989), p. 96-118 A.M. Duinhoven, ‘Stamboomreconstructie: rekenkunde of tekststudie?’ in Spektator 18 (1988-1989), p. 119-123 B. Salemans, ‘Van Lachmann tot Hennig: Cladistische tekstkritiek’ in Gramma 11 (1987), p. 191-224 B. Salemans, ‘Varianten als bouwstenen van stemma's: een pleidooi voor eenvoud en openheid bij het opstellen van tekststambomen’ in Wat duikers vent is dit! Opstellen voor W.M.H. Hummelen (1989), p. 319-343 B. Salemans, ‘Text genealogical remarks on Lachmann, Bédier, Greg and Dearing’ in Leuvense Bijdragen 79 (1990), p. 427-468 B.J.P. Salemans, Building stemmas with the computer in a Cladistic, Neo-Lachmannian, way: the case of fourteen text versions of Lanseloet van Denemerken (2000).
|
|