Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermddocumentatieEtym: Lat. documentum = toonbeeld, bewijs < docere = onderwijzen, leren. Het verzamelen, selecteren, toegankelijk maken, opbergen, terugvinden en ter beschikking stellen van documenten of andersoortige informatie. Documentaire informatie (zoals de term sinds de mechanisering en automatisering na de Tweede Wereldoorlog is gaan luiden) doorbreekt dus de grenzen tussen enerzijds instellingen als bibliotheek-1, archief-1 en museum-2 en anderzijds apparaat als bibliografie, catalogus-1 en inventaris door referenties betreffende een bepaald persoon of onderwerp bijeen te brengen onafhankelijk van de aard, vorm of verblijfplaats van die informatie. De explosieve toename van wetenschappelijke publicaties in de 19de eeuw dreigde te leiden tot een niet meer te beheersen stroom van informatie. Rond de eeuwwisseling kwam het initiatief van Paul Otlet om in Brussel een universele bibliografie tot stand te brengen, gebaseerd op de Universele Decimale Classificatie (UDC), in het Institut International de Bibliographie (IIB). Al snel bleek dit een onhaalbare zaak: documentatie per discipline of groep verwante disciplines was al ingewikkeld genoeg, zoals bleek uit de International Catalogue of Scientific Literature van de Londense Royal Society (1896-1920). In samenwerking met het Brusselse IIB werd in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag ook een afdeling documentatie opgezet die in de jaren 1910-1922 het Repertorium op de Nederlandsche tijdschriften produceerde. Met de opkomst van de speciale bibliotheek in het Interbellum groeiden bibliotheek en documentatie steeds meer naar elkaar toe. Vooral de oprichting van het Nederlands Instituut voor Documentatie en Registratuur (NIDER) in 1921 leidde tot tal van documentaire activiteiten. Na de Tweede Wereldoorlog zijn door de automatisering nieuwe mogelijkheden én problemen ten aanzien van de documentaire informatie ontstaan. Voor de neerlandistiek waren er enkele belangrijke gespecialiseerde documentatie-instellingen, maar die zijn inmiddels voor een deel opgeheven of ze hebben een aantal documentaire bezigheden moeten staken. In een adviesrapport aan de Nederlandse Taalunie van 2004 staat zelfs te lezen: ‘Er bestaat geen specifiek beleid voor de informatie en documentatie over de Nederlandstalige letteren’. Het Letterkundig Museum (LM), voorheen Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum (NLMD), in Den Haag houdt zich bezig met het exposeren, verzamelen en editeren van literaire documenten (manuscripten, brieven, knipsels, prenten, geluid, film en voorwerpen) van na 1750. In Antwerpen doet het Letterenhuis, voorheen Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven (AMVC), hetzelfde voor Vlaanderen: de verzamelde affiches, brieven, clichés, documenten, eremetalen, films, getuigschriften, manuscripten, knipsels, liederen, menu's, necrologia, foto's, portretten, spelprogramma's, tekeningen en voorwerpen werden toegankelijk gemaakt via de Klapper op het bezit (19812). Het Archief en Cultureel Documentatiecentrum van de Rijksuniversiteit te Gent verzamelde gegevens over 19de- en 20ste-eeuwse Vlaamse literatoren. Het Documentatiecentrum Nederlandse Letterkunde (DNL) van het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam verzamelde totdat de afdeling opgedoekt werd bibliografische informatie, brieven, documenten, onderwijsverslagen, geluid, knipsels, prenten en scripties betreffende letterkundigen uit alle eeuwen, welke collectie deels via een Klapper op het bezit (19812) toegankelijk was. Het Bureau voor de Bibliografie van de Neerlandistiek (BBN) en het Nederlands Bibliotheek- en Lektuur Centrum (NBLC) in Den Haag verzorgden bibliografische en documentaire uitgaven op literair-historisch terrein. Vanaf september 1997 is een aantal instellingen samengevoegd in het Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten (NIWI). Een tijdschrift dat zich speciaal met de documentaire kant van de neerlandistiek bezighield was Dokumentaal (1972-1996). De Werkgroep voor de Documentatie der Nederlandse Letteren, ingesteld in 1967 op de 17de Algemene Conferentie der Nederlandse Letteren en ressorterend onder de sectie Bibliotheekwezen van de Taalunie, is gedurende een twintigtal jaren coördinerend opgetreden. Niet speciaal op de neerlandistiek betrekking hebbende documentatie-instellingen en -uitgaven die niettemin van belang kunnen zijn bij het neerlandistisch onderzoek, zijn te vinden in of via de meest recente drukken van A.M.J. van Buuren, W.P. Gerritsen & A.N. Paasman, Vermakelijk bibliografisch ganzenbord; de website BIZON; het gedenkboek 50 jaar AMVC (1984); Handboek Letteren; Nederlandse Bibliotheek- en documentatiegids; Vlaamse archief-, bibliotheek- en documentatiegids; J. Verougstraete, Inventaris van Belgische onderzoekscentra die over een bibliotheek of documentatiedienst beschikken. Lit: Th.P. Loosjes, On documentation of scientific literature (19732) H. Lamers, ‘De documentatie van de Nederlandse taal- en letterkunde’ in Dokumentaal 7 (1978), p. 4-14 M. Geesink & A. Bossers, ‘Bibliografie en documentatie van de Nederlandse taal- en letterkunde’ in Dokumentaal 7(1978), p. 50-54 P.J. Verkruijsse, ‘DNL over documentatie’ in Dokumentaal 7 (1978), p. 55-59 B. van Selm, ‘De Nederlandse taal- en letterkunde en de bibliografie van bronnen’ in Dokumentaal 7 (1978), p. 60-67 C. Neutjens, ‘Schets voor een beleid inzake de documentatie van de neerlandistiek’ in Dokumentaal 8 (1979), p. 81-85 B. van Selm, ‘Ontwerp van een beleid inzake de documentatie der Nederlandse letteren’ in Dokumentaal 9 (1980), p. 36-46 P.S.A. Groot, Documentaire dienstverlening (1981) P. Schneiders, De bibliotheek- en documentatiebeweging 1880-1914; bibliografische ondernemingen rond 1900 (1982) P.S.A. Groot, Persoonlijke documentatie (1984) P. Lammens-Pikhaus & A. Deprez, ‘Documentatiecentrum in Gent’ in Literatuur 1 (1984), p. 176-178 A.O. Kouwenhoven (red.), Handboek bibliografie (19953).
|
|