Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdcatalogus-1Etym: Gr. kata-legein = volledig, van begin tot einde zeggen, opsommen. Alfabetische of systematische opsomming van voorwerpen die tot en bepaalde verzameling behoren. Een auctiecatalogus of veilingcatalogus beschrijft zaken die alleen voor het ene moment van de veiling samengebracht zijn; een antiquariaatscatalogus geeft een opsomming van toevallig in dat antiquariaat aanwezige boeken; een fondscatalogus is een lijst van door een bepaalde uitgeverij vervaardigde titels; een tentoonstellingscatalogus beschrijft de geëxposeerde objecten die voor kortere of langere tijd op een bepaalde plaats zijn samengebracht; een bibliotheekcatalogus geeft de titelbeschrijvingen van de in de verzameling aanwezige boeken, tijdschriften, handschriften en pamfletten (de vier genoemde categorieën kregen in het verleden gewoonlijk een afzonderlijke catalogus). Naast een alfabetische of auteurscatalogus kan een bibliotheek ook een systematische catalogus aanleggen om het bezit via onderwerpen c.q. trefwoorden toegankelijk te maken. Naast de alfabetische en systematische catalogus is soms ook een standcatalogus aanwezig, gerangschikt volgens de plaatsnummers die de boeken in de bibliotheek hebben. Auctie- en tentoonstellingscatalogi worden vrijwel altijd gedrukt omdat ze ter plekke bij de desbetreffende gelegenheid geraadpleegd moeten kunnen worden. Bibliotheekcatalogi zijn steeds meer digitaal en wereldwijd raadpleegbaar en niet meer in fiche-vorm (in kaartenbakken, in de vorm van zgn. Leidse boekjes of als COM-catalogus). Onder invloed van de automatisering zijn tegenwoordig de alfabetische en systematische catalogus niet langer gescheiden, maar kan in de digitale catalogus op alle mogelijke (combinaties van) (tref)woorden gezocht worden. Er is dan eigenlijk geen sprake meer van catalogisering, maar van metadatering, het aanhangen van diverse gegevens aan een object. Bibliotheekautomatisering is sinds de jaren ’60 van de 20ste eeuw wereldwijd steeds meer op elkaar afgestemd. Vooral het OCLC (Ohio College Library Centre; sinds 1967) is toonaangevend geworden en is in 2007 gefuseerd met het in 1969 in Nederland opgerichte Pica (OCLC PICA). In de Nederlandse openbare bibliotheken (OB) wordt voor de systematische indeling van de non-fictie-boeken gebruik gemaakt van het SISO (Systeem voor de inrichting van de systematische catalogus in openbare bibliotheken), met lichte aanpassingen overgenomen door de Vlaamse SISO. Voor wetenschappelijke bibliotheken in Nederland is eind jaren ’80 door de Koninklijke Bibliotheek de Nederlandse basisclassificatie (NBC) ontwikkeld. Genoemde decimale catalogiseersystemen ontlenen altijd wel aan de veel uitgebreidere DDC (Dewey Decimal Classification) of UDC (Universele Decimale Classificatie). Wanneer catalogi van verschillende bibliotheken (hetzij locaal, regionaal of nationaal) op een centraal punt door duplicatie (op fiches of digitaal) samengevoegd worden, spreekt men van een centrale catalogus (CC). Voor Nederland bevindt de CC van een groot aantal bibliotheken zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag, sinds 1984 geautomatiseerd in de NCC (Nederlandse Centrale Catalogus) en eind 2010 in de NBC (Nationale Bibliotheekcatalogus). De centrale tijdschriftencatalogus, de CCP (Centrale Catalogus van Periodieken), is indertijd in gedrukte vorm verschenen. Om een groot aantal titels snel toegankelijk te maken, kan in eerste instantie volstaan worden met een korte titelbeschrijving. Dit is bijvoorbeeld de werkwijze van de STCN (Short-Title Catalogue, Netherlands), die een overzicht wil bieden van de totale Nederlandse boekproductie vanaf de uitvinding van de boekdrukkunst tot 1800. Een catalogus moet duidelijk onderscheiden worden van een bibliografie, die tot doel heeft om een beschrijving te geven van titels die op één onderwerp betrekking hebben, waar die titels zich ook bevinden. De titel Brinkman's catalogus van boeken en tijdschriften (1846-...) is dan ook onjuist; het is een bibliografie van in Nederland en in het Nederlands verschijnende titels. Hetzelfde geldt voor de zojuist genoemde STCN. Anderzijds kunnen catalogi van zeer gespecialiseerde verzamelingen de status van een bibliografie benaderen, zoals de Catalogus der Bibliotheek van de Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels te Amsterdam (1920-...) die op het terrein van de boek- en bibliotheekwetenschap zeer veel informatie verschaft. Een catalogus moet verder ook onderscheiden worden van een inventaris, die een systematisch ingedeelde beschrijving geeft van de bestanddelen van een archief. Lit: H.E. Greve, Theorie van den catalogus (19502) W.F. de Regt, Introductie tot de UDC (1972) Th.P. Loosjes, Bibliotheek en documentatie (19792) A.O. Kouwenhoven (red.), Handboek bibliografie (19953) Beheerscommissie GOO (red.) Nederlandse Basisclassificatie (20044) Clay Shirkey, Ontology is overrated: categories, links and tags (2005) Vlaamse S.I.S.O. (20102) M. Leijendekker, ‘Eén catalogus van alle bibliotheken’ in NRC/Handelsblad 14 juli 2010, p. 8 A. Charon, Cl. Lesage & E. Netchine, Le livre entre le commerce et l'histoire des idées. Les catalogues de libraires (XVe-XIXe siècle) (2011).
|
|