Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdcatalectischEtym: Gr. kata-lègein = ophouden, eindigen. Term uit de prosodie ter aanduiding van een metrische (metrum) versregel die één of twee syllaben mist in de laatste versvoet, bijv. Hier niet en/daar niet! Waar/ stiert gij den/ steven, Hier mist de eerste viervoetige dactylische (dactylus) regel aan het eind één syllabe en de tweede regel twee syllaben. In de hexameter is de laatste versvoet, vanwege het finale adonius, altijd tweesyllabig, en dus catalectisch (spondee, trochee), bijv. Thans is het/ tijd, stand/vastig en/ stout alle/ vrees te ver/bannen! In deze regel is voet 2 geen dactylus. In de hexameter kunnen de eerste vier voeten dactyli of trocheeën zijn. Een distichon is catalectisch wanneer het bestaat uit een dactylische hexameter en pentameter; de slotvoet van de eerste regel is tweesyllabig, die van de tweede regel éénsyllabig. Een ander voorbeeld van catalectische regels vindt men in het gedicht ‘Schemering’ van J.Jac.Thomson: Zing mij nog/ eenmaal uw/Tjechische/liederen/, luistre Ook trocheïsche (trochee) verzen zijn vaak catalectisch, zoals het geval is bij de tweede regel van het volgende frgment: Zou ik/voor den/klepper/vreezen, Wanneer een versvoet volledig is, spreekt men van een acatalectisch vers. Een vers waarbij in het midden en op het einde een lettergreep ontbreekt, wordt dicatalectisch genoemd. Is de laatste voet volledig weggevallen, dan spreekt men van een brachycatalectisch vers. Hypercatalectisch noemt men dan weer een vers met een overtollige laatste lettergreep. Indien deze overtollige lettergreep voor de aanvangsklinker van het volgende vers geëlideerd wordt (elisie), spreekt men van een hypermetrisch vers. Zie ook anceps. Lit: N. Fabb & M. Halle, Meter in poetry: a new theory (2008), p. 156-157.
|
|