Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdpentameterEtym: Gr. pente = vijf; metron = maat. Begrip uit de prosodie voor een metrisch (metrum) patroon, afkomstig uit de Griekse Oudheid, dat men zou kunnen beschouwen als een variant van de hexameter. De derde en de zesde versvoet zijn namelijk catalectisch. Feitelijk is de naam dan ook onjuist, want deze versregel (Gr. vijf versmaten) heeft zes accenten (accent-1). De eerste, tweede, vierde en vijfde voet zijn driesyllabig of tweesyllabig (bijv. dactylus of trochee). Beide onvolledige, halve hexameters (hemiëpes) worden gescheiden door een diaeresis-1, waardoor het volgende schema ontstaat: - ˇ ˇ/ - ˇ ˇ/ - // - ˇ ˇ / - ˇ ˇ / -. Ook in de poëzie der Germaanse talen komt de pentameter voor. Nederlandse dichters die Homerus en Vergilius hebben vertaald, bieden nog wel eens voorbeelden van deze versmaat, ter afwisseling van de hexameter. Boutens en Vosmaer behoren tot de bekendsten onder hen. In de Nederlandse letterkunde komt de pentameter zelden onvermengd voor. Carel Vosmaer schrijft de hexameter en de pentameter achter elkaar in de volgende passage: Dūizĕndĕn/kūnnĕn ĕen/vērs wēl/hēkĕlĕn,/smādĕn ăls/ōnzĭn; Māar gēen/rēgĕltjĕ/dīchts//kūnnĕn zĭj/mākĕn dăt/dēugt. (H.J.M.F. Lodewick e.a. , Literaire kunst, 198347, p. 162) En men zou de laatste regel van het zesjambische (jambe) gedicht ‘De zuiderling’ van Gossaert ook als een pentameter kunnen lezen: En mij be/zwijmt de / geur / van eene er/inne/ring Verder vindt men de pentameter ook in jambische vorm, bijv. in de Mei van Gorter. In de Engelse literatuur is de jambische pentameter de meest gebruikte versvorm, in het bijzonder in het rhyme royal, het heroïsch couplet en het sonnet en verder in tal van epische werken, bijv. van Milton, en dramatische, bijv. bij Shakespeare, in het blank vers. Lit: M.E. Loots, Metrical myths (diss., 1979) H. Polzer, Drs P., Tientallen elftallen (1985) N. Fabb, Language and literary structure: the linguistic analysis of form in verse and narrative (2002) J. Lennard, The poetry handbook (20052), p. 1-30 E. Weiskott, Meter and modernity in English verse, 1350-1650 (2021).
|
|