Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdrhyme royalEtym: Eng. koninklijk rijm (m.b.t. King James I van Schotland). Een strofevorm van zeven decasyllabische versregels (jambische pentameter) met rijmschema ababbcc. James I, koning van Schotland, die deze vorm in zijn verzen gebruikte (Kingis quair, 1423), zorgde waarschijnlijk voor de naam. Chaucer had de vorm eerder al aangewend in sommige van zijn verhalende gedichten, o.a. in The Canterbury tales (einde 14de eeuw), waardoor het rhyme royal eveneens bekend is onder de naam ‘chauceriaanse stanza’. Later hebben ook andere dichters met deze vorm geëxperimenteerd, o.a. Spenser, Shakespeare en Wordsworth. Zie ook stanza. Lit: N.S. Brody, ‘Chaucer’s rhyme royal tales and the secularization of the saint’ in Chaucer review (1985), p. 113-131 J. Dean, ‘Gower, Chaucer, and rhyme royal’ in Studies in philology 88 (1991), p. 251-275.
|
|