Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdUDCEtym: Afkorting van Universele Decimale Classificatie. Letterwoord uit de bibliotheekwereld voor Universele Decimale Classificatie, een decimaal systeem dat alle publicaties (bibliografie, documentatie) indeelt in tien hoofdklassen, iedere hoofdklasse in maximaal tien subklassen, elke subklasse weer in maximaal tien subsubklassen enz. De UDC is gebaseerd op de DDC, de Dewey Decimal Classification, in 1876 ontworpen door de Amerikaanse bibliothecaris Melville Dewey. De transformatie van DDC naar UDC vond plaats in het Institut International de Bibliographie van Paul Otlet en Henri LaFontaine: Manuel du répertoire bibliographique universel (1907). In de periode 1927-1931 verscheen de tweede, complete, internationale uitgave onder de titel Classification décimale universelle die de basis is geworden voor alle latere uitgaven. Aanpassingen aan en wijzigingen in het systeem worden geregeld door de Centrale Classificatie Commissie (CCC) van de Fédération Internationale de Documentation (FID) in Den Haag. De UDC maakt het mogelijk door middel van hulpgetallen en interpunctie verschillende begrippen vergaand te detailleren en aan elkaar te koppelen. De hoofdindeling van de Nederlandstalige UDC is als volgt: 1. Wetenschap en kennis, organisatie, computerwetenschap, documentatie, bibliotheekwezen, organisaties, publicaties Door middel van symbolen kunnen hulptabellen betreffende taal (nl. het symbool =...), vorm ((0...)), plaats ((1...) (9...)), etnische groeperingen ((=...)) en tijd (“...”) gespecificeerd worden. De 82/89-rubriek van de UDC betreft de letterkunde. Daarbinnen geeft 82-1 t/m 82-9 een genre-indeling (82-1 dichtkunst, 82-2 dramatische werken, 82-3 proza-fictie enz.). De werken van afzonderlijke auteurs worden aangegeven met hun beginletters na 82., bijv. 82.VON voor Vondel. Met 820 t/m 899 worden de afzonderlijke taalgebieden aangeduid: 839.31 is Nederlandse en 839.32 Vlaamse literatuur. In veel bibliotheken en documentatie-instituten wordt gebruik gemaakt van de UDC of een aangepaste versie daarvan. Het gebruik van UDC-bibliotheeksignaturen (bibliotheeksignatuur) heeft als belangrijk voordeel boven een kast-plank-signatuur dat bij uitbreiding van de bibliotheek niet omgesigneerd hoeft te worden; het nadeel van UDC-signaturen voor de gebruiker is dat ze door hun lengte en interpunctie moeilijk te hanteren zijn. De UDC-code wordt vaak vermeld bij de bibliografische gegevens op de verso-zijde van het titelblad, bijv. bij W.A. Ornée, Van Bredero tot Langendyk. Een bloemlezing uit de Nederlandse kluchten van het begin van de zeventiende eeuw tot 1730 (1985) hoort als UDC-codering: 82-2=293"16/1730"; D. Otten, Geschiedenis van de familienamen in Heerde (1985) heeft code: 929.52:801.313.2(4928180)“1330/1830”. Lit: P.S.A. Groot, Documentaire dienstverlening (1981), p. 51-54 P. Schneiders, De bibliotheek- en documentatiebeweging 1880-1914; bibliografische ondernemingen rond 1900 (1982) A.O. Kouwenhoven (red.), Handboek bibliografie (19953).
|
|