Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdtitelprentIn boeken uit de 16de tot 19de eeuw kan men een titelprent (prent) of frontispies (< Lat. frons = voorhoofd, voorzijde; spicere = zien, kijken) aantreffen, t.w. een afzonderlijk gegraveerd titelblad dat vooraf ging aan de gedrukte titelpagina. De titelprent geeft één of meer scènes weer die betrekking hebben op de inhoud van het werk of ze biedt een emblematische afbeelding (emblematiek). Op de prent is vaak een verkorte titel vermeld, evenals een impressum dat soms afwijkt van dat van de titelpagina. Het komt regelmatig voor dat het jaar van uitgave één jaar verschilt omdat de graveur eerder klaar was dan de drukker of omgekeerd. De titelprent zal vaak als reclamemateriaal gefungeerd hebben voor het raam van de boekhandel waar het boek te koop was. Sommige uitgevers trokken bekende etsers of graveurs aan om een zo fraai mogelijke titelprent in hun publicatie op te nemen. Een kunstenaar die veel frontispiesen vervaardigd heeft is Romeyn de Hooghe.
Gegraveerde titelprent voor Jacob Cats' embleembundel Proteus (1627). [bron: Bibliopolis]
Lit: M.A. Becker-Moelands, De juridische titelprent in de zeventiende eeuw (1985) E.O.G. Haitsma Mulier, ‘Woord en beeld: titelprenten van enkele Nederlandse historische werken uit de 17de en 18de eeuw’ in Gedrukt in Holland, themanummer van Holland 26 (1994) 4/5, p. 274-291 G. Verhoeven & P. Verkruijsse, ‘Verbeelding op bestelling; de boekillustratie’ in H. van Nierop e.a. (red.), Romeyn de Hooghe; de verbeelding van de late Gouden Eeuw (2008), p. 146-169 A. Fowler, The mind of the book. Pictorial title-pages (2017).
|
|