28 interviews(1971)–Lidy van Marissing– Auteursrechtelijk beschermd Inhoudsopgave [Woord vooraf] H.C. ten Berge | Poëzie als poolsneeuw Hugo Claus | ‘Ik heb mijn publiceerdrift inderdaad verloren.’ Aldo van Eyck | ‘De oude stad wordt roekeloos vernietigd.’ Hugo Raes | ‘De lezer moet worden beledigd, aangegrepen, geprikkeld, dooreengeschud.’ Peter Schat | ‘Kunstenaars spelen de rol van hofnar in deze maatschappij.’ Marnix Gijsen | ‘Ik ben een gecamoufleerde romanticus.’ H.U. Jessurun d'Oliveira | Merlyn na de dood van Merlyn Jacques Hamelink | ‘Ik schrijf mijn eigen inwendige geschiedenis.’ Andreas Burnier | Schrijven om in leven te blijven Leo Vroman | ‘Een gedicht is een gesprek: de lezer moet iets terug kunnen zeggen.’ George Lampe | ‘Kunstenaars zijn niet veel méér dan klonten in de pap.’ Kees Ouwens: | ‘Ik probeer vat te krijgen op de chaos.’ Jaap Harten | ‘Het verhaal is nooit dood.’ Bert Bakker | Bij zijn afscheid van ‘Maatstaf’ Gerrit Komrij | ‘Ik schrijf nachtlampjespoëzie.’ Michael Tophoff | De schrijver is een argusoog Sybren Polet | ‘Ik maak geen mens van een romanfiguur.’ Louis Andriessen | ‘Muziek is geordend geluid.’ Jacq Firmin Vogelaar | ‘Literatuur moet de heersende mentaliteit radikaal te lijf gaan.’ Ben d'Armagnac en Gerrit Dekker | ‘We zijn nog nooit zo dicht bij de werkelijkheid gekomen’ K. Schippers | Poëzie als amusement binnen een vierkante millimeter Ivo Michiels | ‘Mijn obsessie is de literatuur als onderwerp van mijn literatuur.’ Rutger Kopland | De macht en onmacht van woorden Kees Willemen | Tekenaar van het studentenprotest William D. Kuik | ‘Ik laat altijd iets groeien uit het verval.’ Kees Vollemans | Kunst in het kapitalisme: aanpassing of verzet? Teunn | Tekenaar uit zelfbescherming Rein Bloem | Jager tussen teksten