heb een enorm wantrouwen tegen woorden. Als je in je jeugd altijd die preken hebt gehoord, die betogen waarin iemand alles naar zich toe redeneert. Een dominee is een soort essayist die elke zondag zijn stuk moet opleveren.
Zo'n verleden raak je niet zomaar kwijt,’ zegt Teunn. ‘Maar ik heb een streefdatum: ik hoop er vóór mijn veertigste van af te zijn. Toch is het bij mij anders dan bij Jan Wolkers; mijn jeugd is niet het allesoverheersende waartegen ik me moet afzetten. Ik probeer het verleden zelfs niet het licht te laten zijn waarin je álles ziet, maar dat is erg moeilijk.’
Teunn tekent aangevreten figuurtjes en donkere poppen met halve benen, groteske geslachtsorganen, weggevallen lichaamsdelen. ‘Ik kan meer liefde opbrengen voor mensen met misvormingen dan voor een zondagskind, iemand die in de wijwaterbak is gevallen.’
Sex en de dood heet een van zijn kleine schetsen in het boek, maar die titel slaat op al zijn werk. ‘De dood is niet mannelijk maar vrouwelijk. De dood is een hoer,’ schrijft Teunn bij een van zijn literaire prenten. En bij een zelfportret: ‘Dit ben ik. Ik gluur naar het leven. Ik ben bang.’
Daarom schildert hij. ‘Ik ben ontzettend onzeker, extreem verlegen,’ zegt hij. ‘Contactmoeilijkheden, daarin zit waarschijnlijk voor elke kunstenaar de drijfveer. Je kunt niet op een normale manier contact krijgen, dus doe je het langs een omweg. Evenmin kun je op een normale manier aan je lustbevrediging komen.’ Hij slaat pagina 106 op en leest: ‘De schilder bevredigt zijn lust niet via de penis maar via het penseel.’ Waarbij een regel uit een etymologisch woordenboek zijn stelling moet bewijzen: Penseel (v.L. penicillum, verkleinwoord v. peniculus = kwast, verkleinwoord v. penis = staart) klein (verf) kwastje.
Komt het er dus op neer dat kunst voor Teunn een middel is om zijn psychologische problemen op te lossen, dat kunst voor hem een therapie is? ‘Ja, maar niet alleen voor mij, ook voor degene, die het herkent,’ meent Teunn. ‘Ik maak mij iets bewust, maar daar heeft iemand anders ook wat aan. Ik geloof dat ik voor neurotische mensen werk. Alleen neurotici herkennen mijn tekeningen. En er zijn nogal wat neurotici dus dat ziet er bijzonder rooskleurig uit.