dat de manier waarop ieder hokje in een flatgebouw “vrij” is en ieder individu in deze maatschappij “zelfstandig”. Ieder hokje, ieder individu is gelijkwaardig. Er ontstaat een nivellering waarin elke dissonant het geheel zou verstoren. Alle elementen kijken - geïsoleerd - voor zich uit. Dát is het huidige maatschappelijke ideaal: de vrije, geïsoleerde mens die is zoals hij is. Alsof hij zich zou kunnen ontwikkelen los van dat wat om hem heen bestaat.’
De studenten van de Rotterdamse academie, die binnenhuisarchitect willen worden, hebben een moderne woonwijk geanalyseerd. Ze hebben daarbij niet alleen inzicht gekregen in bouwproblemen en in de functie van de architectuur, maar zijn uitgekomen bij de discussie over de functie van de kunst in verband met de functie van het gezin.
Tegen bouwkunde-studenten in Delft zei Vollemans tijdens gastcolleges in december: ‘Het conflict tussen de aanspraken van de verbeelding en de fantasieloze realiteit concentreert zich niet langer in de “kunst”. Het verschuift naar de instellingen waar de onderdanen worden geconfronteerd met gefrustreerde kansen - naar scholen en universiteiten, naar bedrijven, academies, wijken en kazernes. Dáár, aan de basis van de maatschappij zelf, radicaliseren (voorlopig?) kleine groepen hun eisen - eisen die in hun meest geavanceerde vorm neerkomen op “zelfbeheer”. Sommige van die groepen ontdekken dat ze met die eisen het kapitalisme als zodanig “im Frage” stellen. De vesting van apathie en verslagenheid lijkt voorlopig echter onneembaar.’
Kunst is een onderdeel van de totale beweging in de geschiedenis; een onderdeel van de klassenstrijd bijvoorbeeld. ‘Het meest wrede is dat uit alle gebieden de historie wordt weggedrukt,’ zegt Vollemans. ‘Men weet niet waar men mee bezig is, waar men staat. Men weet zelfs niet dat men een oude discussie voert. De zeventiger jaren zijn te vergelijken met de jaren dertig: het arbeidersverzet móet in de komende tien jaar tot organisatievormen komen, anders valt er niets meer te verwachten.’
De zaak moet volgens hem heel langzaam uitgevreten worden via acties die tevoren goed doordacht en doorgepraat zijn (‘anders snij je jezelf in de vingers’). Het zal er nu om gaan inzicht te krijgen in de veranderbaarheid, greep te krijgen op de verstarring.
Vanuit dit maatschappijbeeld beziet Vollemans de kunst (‘De