is het voor mij ook niet het hoogste om in een krant te publiceren, je prenten gaan ergens de menigte in, worden ongevaarlijk, het heeft in feite geen enkel effect. De verandering moet van onderaf komen. Mijn beste tekeningen verschijnen in het N.U.B. Ik werk vooral voor kleine, niet-geïnstitutionaliseerde, “buiten-parlementaire” bladen.
De politieke tekenaar van een krant is een voortdurende reactie-machine, hij volgt de wisselende actualiteit, tekent dan over dit, dan over dat, Vietnam, het Midden-Oosten, Luns, Klompé. Zo'n tekenaar brengt wel een zekere ethische lijn in zijn werk, maar hij heeft niet de kans een zaak uit te pluizen. Hij reageert steeds op dingen om hem heen en niet op zichzelf. Hij vindt dat hij persoonlijk moet protesteren en hoopt dat een paar mensen zullen luisteren. Verder is hij machteloos.
Zo omstreeks 1965 zongen Bob Dylan en Joan Baez over de oorlog in Vietnam. Als ze gezongen hadden gingen ze weer weg. De mensen luisterden en dan was het af. Er was geen sprake van georganiseerd verzet of onderzoek naar de oorzaken van de oorlog. De meeste Nederlandse tekenaars zitten in zo'n situatie, terwijl ik in een groepsstrategie ben opgenomen en een gezamenlijk verzet opbouw tegen reële punten die veranderd moeten worden.’
‘Het gekke is,’ zegt Willemen, ‘dat alles mag zolang je individueel en emotioneel en als kunstenaar tekeergaat. Als je rationeel en actief verzet toont, heet het geen protest meer maar opruiing. Je mag alles zeggen maar als je de straat opgaat ben je een links-fascist. Die term links-fascisme hebben ze in Duitsland bedacht.’
Voor het komende jaar heeft Kees Willemen een aantal onderwerpen in een bepaalde volgorde gezet; over die onderwerpen gaat hij tekenen na de zaken bestudeerd te hebben. De problemen rond de Nijmeegse universiteit zijn voor hem het belangrijkste. Dan volgen: het onderwijs, de werkende jeugd, de gastarbeid, de sanering van de landbouw en het midden- en kleinbedrijf, en tenslotte de E.E.G.
Over zijn eigen tekenstijl zegt hij: ‘Het image dat rond mijn prenten hangt - zeker in Nijmegen - is dat van half-pornografische, smerige en cynische tekeningen. Dat komt waarschijnlijk ook omdat ik bij het proces van het N.U.B. en het Appolinaire-