meerwaarde, hoe kritisch ik daar tegelijkertijd ook tegenover sta en hoezeer mijn verstand ook zegt dat die trots onzin is.
Ik weet dat ik de schijn wek dat poëzie maken en poëzie lezen iets heel bijzonders is. Wat ik beweer is eigenlijk dat poëzie iets heel speciaals is en dat het dat ook helemaal niet is. Ik zal proberen dat duidelijk te maken. Wat er in de krant staat kan werken als een prachtig gedicht. Dat materiaal is goed te gebruiken. Dat is het onspecifieke van de zaak. Waarom zoiets als een gedicht werkt, is het specifieke eraan: dat het op een heel speciale manier heel geconcentreerd nieuws brengt. Dat nieuws kan gelegen zijn in het lullige, in het verrassende, het onthullende, in wat dan ook, als het maar als een eye-opener werkt.
Gedichten spelen zich niet af in de periferie van mijn bestaan. Er zijn duidelijk lijnen naar gesprekken met vrienden, kinderen, patiënten, mijn vrouw. Het gaat om momenten waarin je opeens ziet, weet: verdomme zo is het, wat we nu zien is een verband wat tot nu toe verborgen was, waar we niks mee konden. Dat zijn “bijzondere momenten”, maar helemaal niet individueel, exclusief, alleen voor gevoelige dichterzielen. Die momenten hebben we allemaal, dat heeft niets met vlucht of wereldvreemdheid te maken, maar alles met gerichtheid en ontdekking. Op zo'n manier kan ik me voorstellen dat er mensen zijn die zeggen: het hele leven zit vol poëzie. Voor mijn part, als er maar niets meligs mee bedoeld wordt. De poëzie legt dit vast, maakt het herhaalbaar en mededeelbaar.’
Ziet hij kunst als luxe en versiering? Of gelooft hij dat poëzie enig sociaal-psychologisch of politiek effect kan hebben?
Kopland: ‘Voor velen is kunst luxe, voor sommigen is poëzie meer dan versiering. Wat mij nog belangrijker lijkt: voor de meeste mensen bestaat kunst niet, niet eens in de vorm van luxe. Een gesprek over engagement in de kunst loopt daarmee altijd het gevaar een onderonsje te worden van goedwillende kunstminnaars of kunstenaars.
Voor de meeste poëzieminnaars is poëzie luxe en versiering en terecht, want de meeste poëzie kan ook niet meer verschaffen dan dat. Het is een soortgelijk element in het leven van deze mensen als de godsdienst: de gedachte dat er méér is dan de werkelijkheid van alle dag, dat er ook nog een Ander Aspect aan de