veel veranderingen aangebracht. De eerste versies staan allemaal in “Maatstaf”. Dat is van literair-historisch belang.
Door de dood van Nijhoff raakte ik bevriend met Roland Holst. Van hem heb ik ook meer dan honderd gedichten geplaatst. Vestdijk heeft “Maatstaf” altijd als zijn letterkundig tijdschrift beschouwd.’
Veel voldoening heeft hij van boeken die uit ‘Maatstaf’ zijn voortgekomen. Een stuk van J.B. Charles voor ‘Maatstaf’ is uitgegroeid tot ‘Van het kleine koude front’. Zo zijn ook ‘Herinneringen’ van Annie Salomons en ‘Gestalten tegenover mij’ van Vestdijk ontstaan.
Met plezier somt Bert Bakker de zogenaamd bijzondere nummers van ‘Maatstaf’ op: nummers gewijd aan bepaalde steden (Den Haag, Utrecht, Rotterdam), aan bepaalde figuren (Achterberg, Roland, Holst, Baudelaire, Rembrandt, Staring, Van Randwijk), aan bepaalde onderwerpen (de generaties in de Nederlandse literatuur het experimenteel perspectief van de vijftigers; LSD).
Van de vele jongeren die in zijn tijdschrift hebben gepubliceerd weet Bert Bakker niet precies meer wie debutanten waren. ‘Het is een mer à boire. Wie me te binnen schieten? Marga Minco is bij ons begonnen. Ellen Warmond via Anna Blaman met wie ik goed bevriend was. Armando die nu niets van “Maatstaf” meer wil weten. En natuurlijk Neeltje Min, dat is een echt debuut geweest.’
Slechts tweemaal heeft Bert Bakker zelf (afgezien van de normale inleidingen) een bijdrage geleverd en dat was om ‘Maatstaf’ te verdedigen. ‘Gerrit Kouwenaar had destijds ergens geschreven dat Maatstaf geen gezicht vertoonde. Daar ben ik tegen tekeer gegaan omdat zijn verwijt ook de poëzie van Nijhoff raakte. Mijn tweede stuk betrof uitgever Van Oorschot omdat hij “Mandarijnen op Zwavelzuur” van Hermans had uitgegeven. Om die eerste versie is een hele deining geweest. Ik heb me toen boos gemaakt omdat Hermans zich richtte tegen Charles.’
Overigens vindt Bert Bakker W.F. Hermans en Simon Carmiggelt ‘de mooiste Nederlandse schrijvers’. Hij lacht: ‘Ik krijg zelf ook een lik uit de pan in “Mandarijnen op Zwavelzuur”. Jáá, ik heb alle edities. Ik ben met Hermans goed geweest