De titels staan vast van de volgende tien gedichtenbundels. Er is een map vol met eerste regels, dus het halve werk is al binnen. Als kind van veertien had ik dat al. Ik had Spinoza opgeslagen maar gezien dat het te moeilijk voor me was en dat ik het pas weer op zou slaan op mijn vijfentwintigste. Ik geloof dat ik gelijk gehad heb. Volgend jaar ben ik aan Spinoza toe.’
De eerste regels van een gedicht zijn niet zo moeilijk. Daarna komt het pas. Komrij houdt zijn hoofd scheef. ‘Dat ligt er maar aan. Iedereen kan het leren, hè. Ik heb geen grote onderwerpen nodig om daar al stormluchtend à la Troje over te schrijven. Nee, de eerste regel en de laatste regel vormen de spanning van het gedicht. Als je de ruimte daartussen opvult met stoplappen, ben je een slecht dichter. Weet je de boog gespannen te houden, dan ben je goed. Het blijft systematisch werken. Het moment baart geen gedichten en de alcohol al evenmin.’
Hij heeft een inval: ‘Weet je hoe het volgende boek van Harry Mulisch gaat heten? “Het Maagdenbataljon”. Hij is toch zo dol op marcherende vrouwen met stenguns? Nee, ik ben niet iemand die koffie drinkt in de Cubaanse ambassade daar, hoe heet-ie, Americain, ironisch genoeg.’
Wat me bij je poëzie is oogevallen: de vorm is traditioneel terwijl de inhoud weinig conventioneel is.
‘Ja, de inhoud is niet conventioneel. En ik ben van plan steeds moeilijker vormen te gaan kiezen. Waar blijft anders het plezier? Ik wil bijvoorbeeld een gedicht maken van 33 rijmende regels die allemaal met A beginnen. De E-legende van Jacob van Lennep, hè, het verhaal dat uitsluitend de E als klinker heeft, daar kan ik een nacht over wakker liggen.’
Hoe moeilijker hoe plezieriger voor jou?
‘Jazeker. Slechts profeten doen anders. Ik ben geen profeet. Ik bejubel geen bebaarde grote leiders en ik klaag ook niet over gebrek aan communicatie.’
Vind je het naar om geïnterviewd te worden?
‘Nee, ik ben er dol op. Ik zou pas gelukkig zijn als de journalisten zich verdrongen voor mijn deur. Nou dan weet je het wel.’
Voel je je een kunstenaar?
‘In de letterlijke betekenis van het woord wel, maar niet in de betekenis die het woord op het ogenblik heeft en helemaal niet