te citeren.
Nu ben ik met een stuk bezig voor mijn vrienden, voor Reinbert de Leeuw, voor Frans Brüggen en zijn elektrische contrabasblokfluit, voor de virtuoze basklarinet van Willem Breuker, voor de wrede altviool van Lodewijk de Boer en voor twee ongeschoolde zangeressen, bijvoorkeur actrices, leuke meisjes die het “Stabat Mater” van Pergolesi zingen, verschrikkelijk mooi. Het gaat heten “De werken van Carl Czerny”. Czerny is de componist van piano-leerboeken als “Schule des Virtuosen en Schule der Fingerfertigkeit”.
Ik ben bijna klaar met een hoboconcertje van ongeveer twaalf minuten, waarin opgenomen een volledig in stijl geschreven Italiaans barok hoboconcertje van vier minuten als een fragmentje realiteit. Alles héél klein geschreven. De muziek die wij op het ogenblik onder meer om ons heen horen is Italiaans, barok, Vivaldi. Ik gebruik dat. Het lijkt zo gemakkelijk: je pikt iets van een ander, maar kom maar eens achter de wetten van zo'n stuk. Je moet je volledig met zo'n stijl engageren.
En dan ben ik natuurlijk bezig - iedere middag bijna - met de opera “Reconstructie”, óók een goed voorbeed van de socialisering van de kunst. Je produceert met vier componisten en twee schrijvers, je discussieert; die opera wordt tot in de kleinste details (door alle zeven samen gemaakt.’
Over het portret van Strawinski aan de muur:
‘Dat heb ik neergehangen zoals katholieken vroeger met een kruisbeeld deden. Hij kijkt bestraffend als je een fout maakt. Bij het componeren praat ik hardop, net als mijn broer Jurriaan. Ik zeg; sorry als ik iets verkeerd doe; dat heeft waarschijnlijk te maken met die polemiek. Ik praat met Vivaldi als ik dat hoboconcertje zit te maken. Met Bach heb ik ook veel gepraat.’
Over de tekeningen van Peter Vos op het deksel van de Barbarberdoos:
‘Peter is 'n boezemvriend uit mijn prepuberteit. Hij heeft allerlei anekdotes in de tekeningen verwerkt. Die badkuip hier, dat is een mooi verhaal. Toen ik tamelijk klein was ging ik eens met Guusje Heck, een buurjongetje, bootje spelen in het bad met alle viooltjes en er wáaren nogal wat viooltjes bij ons in huis. We wilden ook de cello nog in bad stoppen, maar die ging er niet in.