daaromheen vormen de inhoud.
In zo'n zwaar geval als de Mexicaanse cyclus (“Ondergang van Tenochtitlán” in de bundel “Personages”) zet ik eerst een tijdblok uit, een schema, anders kan ik nooit vat krijgen op zo'n brok materiaal. Je moet opletten waar je de motieven plaatst. Timing en montage zijn belangrijk. Tussentijds ga je wel eens dingen wijzigen. Als je die structuur goed overziet, het schema in je hoofd hebt, het aantal motieven genoteerd, dan ontstaan de gedichten al werkend.
Je werkt aan de tafel. Dagenlang. Twintig, dertig versies van twee regels. Soms zit je twee dagen te douwen, dan krijg je plotseling wat Roland Holst heeft genoemd “een fooi uit de hemel”. Als je woorden afbreekt, krijg je twee, drie betekenissen cadeau. Je ontdekt, je zegt: godverdorie, kijk eens hoe dat werkt.
Maar ja, een ander zou het heel anders doen. Bij mij gaat het nooit van “ha, ha, eens even een versje schrijven”. Dat ligt aan mijn manier van werken in grote verbanden. Bij mij is het hoogstens een gevoel van “ha, ha, ik heb nu de eerste twee of drie van die reeks klaar, nu moet er nog zóveel gebeuren”.’
Hij zwijgt alsof hij tegenzin voelt opkomen. Verontschuldigend dan: ‘Schrijf er wel bij dat ik een interview een verschrikkelijk onaf ding vind. Morgen denk ik dat het veel te vaag is geweest wat ik heb gezegd. Het is zo betrekkelijk.
Het is een persoonlijk probleem. De één kan meer emoties aan dan de ander. Je kunt pas een emotie in gedichten suggereren als je haar hebt verwerkt. Als je verliefd bent, moet je een brief of een stuk proza schrijven. Om een gedicht te maken moet je die emoties kunnen hanteren. Ze moeten op een afstand worden gehouden, wat niet wil zeggen dat je ze ontkent.
Ik heb lange tijd gedacht dat je als harmonisch mens geen gedichten zou kunnen maken, maar dat is niet waar. Ik heb gemerkt dat je meer aspecten van het leven ziet als je een zeker evenwicht in jezelf hebt gevonden. Je kunt je in veel meer personages opsplitsen.
Ik kan mijn emoties niet direct kwijt. Ik kan ze wel projecteren in de Azteken, of in de vaganten. Langs een omweg breng ik ze binnen. Ook je eigen tijd kun je op die manier hanteren. Toen ik achttien was heb ik middeleeuwse tijdvakken bestudeerd. Jaren