‘Ik gebruik bepaalde uitwendige futiliteiten om die verinnerlijking aan te tonen, te verhevigen. Het gaat mij er steeds meer om binnen een smal, scherp weergegeven proces nog dwarsdoorsneden te laten zien, de adertjes, de zenuwvezels, die erbij hangen. Je zou kunnen zeggen dat ik nu minder “literair” schrijf. Ik heb het gevoel dat ik schijnbaar incongruente dingen intact moet laten doodgewoon om het waarheidsgehalte te vergroten.’
Dat is de ontwikkeling die u zelf binnen uw werk kunt aanwijzen?
‘Ja. Op het ogenblik ben ik met iets bezig waarin de elementen van de bestaande realiteit volstrekt worden opgelost. Ik ben eigenmachtig bezig een totaal nieuwe realiteit te creëren. Het wordt iets als een sprookje, waarin een generaal bijvoorbeeld rustig met een heel leger een bos te lijf kan gaan zonder krankzinnig te worden gevonden. Het wordt geen kort verhaal, maar je kunt het evenmin een roman noemen. Het gaat om hetzelfde als in de verhalen van “De Rudimentaire Mens”, alleen wordt het proces met veel grotere precisie bekeken - 200 à 300 pagina's lang - vanuit zeer veel gezichtshoeken. In compleetheid reikt het een stuk verder, de vertaktheid gaat naar alle kanten. Het verhaal wordt ingewikkelder: de mensen zitten niet meer in verschillende leeflagen, ze zitten in één grote bol bij elkaar. Ieder voor zich met zijn specifieke waanzin of zijn specifieke inzicht... Maar ik heb niet het recht veel te vertellen of de titel te geven van iets wat niet af is.’
Voelt u zich meer dichter dan prozaschrijver?
‘Die twee vechten met elkaar. Het komt erop neer dat ik een periode poëzie schrijf en daarna een periode proza. Bij proza kun je misschien wat meer afstand nemen, je zit als het ware een halve meter van je papier vandaan. Bij poëzie lig je met je hoofd bijna op het papier. Bij proza is de kleinste eenheid één zin, en dat kan een lange zin zijn, maar bij poëzie is die kleinste eenheid een woord of zelfs een lettergreep.’
Hoe werkt u? Ziet u bij het begin het hele verhaal al of voelt u er enkele momenten van en ontstaat het verhaal schrijvend? Wist u bijvoorbeeld dat ‘De huidaandoening’ op een totale verstening uit zou lopen?
‘De kern, een gebeurtenis, een kleine scène, zie ik plotseling