Wat vinden ze van uw gedichten?
‘Ze kunnen geen Hollands lezen. Tineke vindt het eng als de poëzie al te persoonlijk is. Ze vindt zichzelf lelijk en tegenwoordig oud en dat is niet waar. Tineke vindt het wel grappig dat ik over de kinderen schrijf.’
In uw poëzie spelen uw gezin, uw werk, uw vakanties, uw huis-tuin-en-keuken een belangrijke rol. U behandelt de lezer als huisvriend.
‘Ja, anders is het maar onzin, vind ik. De afstand tussen iemand die leest en iemand die schrijft is kunstmatig. Mijn enige angst is dat ik woorden gebruik die over vijfduizend jaar verouderd zullen zijn.’
Achterberg schreef gesloten gedichten. Hij zei: ‘Er mag geen nagel tussen kunnen.’ Kouwenaar schrijft ook gesloten poëzie en hij wil als het ware anoniem blijven om het gedicht als ding zo zelfstandig mogelijk te laten bestaan. Voor u is poëzie een open, zeer persoonlijk gegeven.
‘Ja, maar het wisselt. Ik geloof niet dat ik mij op die manier wil beperken. Ik wil niet iets schrijven dat onaantastbaar is en met geen hamer stuk te krijgen. Ik zie een gedicht veel liever als een gesprek; je moet dingen open laten zodat de ander iets terug kan zeggen.’
Dan zou de lezer gedichten terug moeten schrijven?
Vroman lacht uitbundig: ‘Dat zou ik erg leuk vinden, ja.’ Nadenkend: ‘Als je het gedicht ziet als een gebruiksvoorwerp, dan wil je het ook zien slijten. Ik bedoel dan een organische slijtage zoals eelt op de huid of een boom in de wind die van de wind weg groeit. Zoals mijn professor zei: “Dode stof handhaaft zich door hetzelfde te blijven, levende stof door te veranderen.” Het is een compliment voor mij als een gedicht over vijftig jaar nog bestaat en anders is geworden. Het ding moet met zijn tijd mee kunnen gaan. Het grootste gevaar is dat je gewaardeerd wordt om iets dat je zelf allang niet meer mooi vindt.’
Wat vindt u nu van uw eerste gedichten?
Kermend: ‘Maagpijn, bah bah, klein jongetje. Het is vaak plechtstatig en dramatisch in plaats van oprecht. Soms is het ook zo verschrikkelijk geestig; geestig is niet grappig.’
U bent niet ouderwets en niet modern. Er is gezegd dat uw