Het dorp der goudmakers(1845)–André van Hasselt– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Voorrede. Errata. Het dorp der goudmakers. Eerste hoofdstuk. Hoe Pieter uit den oorlog komt en wat de lieden van hem zeggen. Tweede hoofdstuk. Wat Pieter in het dorp ziet. Derde hoofdstuk. Wat de verstandige molenaer vertelt. Vierde hoofdstuk. Hoe Pieter met kracht de hand aen het werk slaet en wat er van komt. Vyfde hoofdstuk. Hoe Pieter door zyne vyanden vervolgd wordt en wat hy er tegen doet. Zesde hoofdstuk. De nieuwgekozen schoolmeester. Zevende hoofdstuk. Hoe Pieter school houdt. Achtste hoofdstuk. Wat verder in de school omgaet. Negende hoofdstuk. Van de zondagsschool en van den voorval in den molen. Tiende hoofdstuk. Pieter komt in slechten roep. Elfde hoofdstuk. Elisabeth staet in goeden roep. Twaelfde hoofdstuk. Hoe de baes uit den Gouden Leeuw op zynen neus valt, en wat er al verder omgaet. Dertiende hoofdstuk. Het Goudmakersverbond. Veertiende hoofdstuk. Heel het dorp staet verwonderd. Vyftiende hoofdstuk. De schuldboeken worden opengeslagen. De spaerkas en de gaerkeuken. Zestiende hoofdstuk. Hoe de drinkhuizen in het dorp verminderen, en wat de oude boeren daervan zeggen. Zeventiende hoofdstuk. Hoe de bliksem in den kerktoren inslaet. Achttiende hoofdstuk. Wat in het land aengaende de Goudendalers gezegd wordt. Negentiende hoofdstuk. Van den nieuwen burgemeester en van den baes uit den Gouden Leeuw. Twintigste hoofdstuk. De gemeentestal moet uitgemest worden. Een en twintigste hoofdstuk. De schulden moeten afgeschaft worden. Twee en twintigste hoofdstuk. En nogmaels: de schulden moeten afgeschaft worden. Drie en twintigste hoofdstuk. Het gaet altyd beter. Vier en twintigste hoofdstuk. Daer is nog veel nood in het dorp. Vyf en twintigste hoofdstuk. Hoe de Goudendalers met hunne bedelaers te werk gaen. Zes en twintigste hoofdstuk. Beproeven is beter dan studeren. Zeven en twintigste hoofdstuk. Weder wat nieuws. Acht en twintigste hoofdstuk. Hoe het in het Goudmakersdorp uitziet. Negen en twintigste hoofdstuk. De kinderdoop.