Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 35(1916)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Inhoudsopgave Wtvaert en treur-dicht van Henricus de Groote. Geuse-vesper. Joris de Bye. De etymologie van het woord geluk. [Kleine mededeelingen] Vaak. Verwanten van Klaasje Zevenster. Over twee koren in Geeraerdt van Velsen. Kroos ‘eendekroos’ en kroost ‘kinderen’. Kleine mededeelingen. Regels (naar de beteekenis) voor het deel- of dingsoortig (zoogenaamd ‘onzijdig’) ‘geslacht’ in de Nederlandsche taal. (verkorte weergeving) Hadewijch - Bloemaerdinne. Maerlant's Martijn. Waard. Waard, waardig. Over den syntactischen en rhythmischen vorm der zinnen met aanloop in Ferguut, Moriaen en Walewein. Amoureusje in Bredero's Stommen Ridder. De oorsprong van Luykens ‘Jezus en de ziel’. Een onbekend gedicht van Jacob van Zevecote. Nog eens Mnl. tentenel - tinterneel. Kleine mededeelingen. Een episode van den Torec. Nieuwe fragmenten van de Karel ende Elegast. Africana. Africana. Kleine mededeelingen. Bronnen voor de kennis van leven en werken van Jan van Hout. Kleine mededeelingen. Mnl. tentenel - tinterneel.