Eerste bouck van beschryfvinghe van alle gheschiedenesse (1562-1572)(1978)–Augustyn van Hermelghem– Auteursrechtelijk beschermd Inhoudsopgave Toelichting bij het stadsplan van Ieper volgens Braun en Hogenberg (circa 1575) Ter voorlichting door Dr. A.L.E. Verheyden Augustyn van Hernighem Eerste bouck van beschryfvinghe van alle gheschiedenesse (1562-1572) (Voorwerk) Den tydt die lydt par Hernighem 1562 1563 [1564] 1565 1566 [1567] [1568] [1569] [1570 n.s.] [1571 n.s.] [1572] Bijlagen Correspondentie rondom de troebelen in de kasselrij Ieper (28 augustus 1566-18 januari 1568) I Stadsverordening ingevolge binnen gekomen bevel van graaf Egmont waarbij, de uitoefening van de calvinistische eredienst slechts toegelaten wordt mits inachtneming van strenge voorschriften. 28 augustus 1566 II Bevel van Margareta van Parma om, in afwachting van een nieuwe schikking t.o.v. het bestaansrecht van de hervormde eredienst, rustig te blijven en zich te houden aan de medegedeelde voorschriften. 31 augustus 1566 III De Ieperse stadsoverheid brengt verslag uit bij de graaf Egmont over de situatie inzake de predicaties vóór en na het afsluiten van het Eedverbond der Edelen. 17 september 1566 IV Graaf Egmont beveelt de calvinisten zich rustig te houden en geen aanval te plegen op de r.k. eredienst. 20 september 1566 V Beslissing van de Ieperse stadsoverheid waarbij de calvinisten slechts predicaties mogen houden in de weide ‘Zieckebilck’. 23 september 1566 VI De Ieperse stadsoverheid vraagt graaf Egmont welke hare houding moet zijn t.o.v. de doopsgezinden die bijeenkomsten beleggen zonder rekening te houden met de bekendgemaakte voorschriften. 16 november 1566 VII Graaf Egmont laakt de Ieperse stadsoverheid voor haar lakse houding t.o.v. de doopsgezinden. 17 november 1566 VIII Graaf Egmont deelt de Ieperse stadsoverheide mede dat hij 12 manschappen stuurde voor de bestrijding van iedere overtreding inzake de uitoefening van de hervormde cultus. 24 november 1566 IX De Ieperse stadsoverheid meldt graaf Egmont dat ze de 12 manschappen liever niet toegestuurd krijgen, gezien de zware geldlasten en de aanwezigheid van een reeds sterk garnizoen. 25 november 1566 X De Ieperse kasselrijoverheid bericht graaf Egmont dat de calvinisten ernstig reageren op het bevel van Margareta van Parma waarbij de hervormde eredienst verboden wordt en de vreemde predikanten de streek moeten verlaten. 9 december 1566 XI De Ieperse kasselrijoverheid deelt Margareta van Parma mede, dat haar nieuwe voorschriften moeilijk vatbaar zijn voor toepassing, gezien het hoge aantal hervormden. 9 december 1566 XII Graaf Egmont zet de Ieperse kasselrijoverheden aan tot strenge beteugeling van de calvinistische manifestaties. december 1566 XIII Graaf Egmont eist vanwege de Ieperse kasselrijoverheid een strenge toepassing van de voorschriften van Margareta van Parma. december 1566 XIV Graaf Egmont deelt de magistraten van de Ieperse kasselrij mede hoeveel hun bijdrage bedraagt voor het logies van de ruiterij die ingezet werd voor de handhaving van de orde. 1566 XV Graaf Egmont zet de magistraten van de Ieperse kasselrij aan streng op te treden tegen de calvinisten die gewapend de verboden bijeenkomsten bijwonen. 7 januari 1567 XVI Verordening van graaf Egmont, onderschreven door de Ieperse kasselrijoverheid, waarbij ieder poorter zijn wapens moet inleveren, uitgezonderd de edellieden en de gezagdragers. 1 februari 1567 XVII De hervormde gemeente van Mesen deelt de graaf Egmont mede dat ze de predicaties staakte. Zij vraagt als tegenprestatie, dat haar leden gerechtelijk niet zouden vervolgd worden. 1 februari 1567 XVIII Graaf Egmont deelt de magistraten van de Ieperse kasselrij mede, dat hij de heer van Castre bevel gaf de wapens te verzamelen in de heerlijkheid van Rumbeke en ze te deponeren op het kasteel te Kortrijk. 5 februari 1567 XIX Graaf Egmont beveelt de magistraten van de Ieperse kasselrij zich streng te houden aan het koninklijk bevel inzake de repressie van de heresie. 18 april 1567 XX De Ieperse kasselrijoverheid deelt de bevolking mede dat volgens een schrijven van Margareta van Parma de koning zijn komst in de Nederlanden aankondigde. 4 juli 1567 XXI Verslag van de stads- en kasselrijafgevaardigden over hun onderhoud te Antwerpen met Margareta van Parma om een vermindering van de garnizoensbezetting te bekomen. 2-4 juli 1567 XXII De Ieperse kasselrijoverheid kondigt verschillende maatregelen aan om een einde te maken aan de calvinistische bijeenkomsten. 11 juli 1567 XXIII Verslag van de Ieperse kasselrijoverheid over een bijeenkomst van calvinistische predikanten in een overheidsgebouw op het marktplein. 20 september 1567 XXIII a Schepen F. de Rouck vraagt bedenktijd voor het opstel van zijn verweerschrift inzake het verblijf van predikanten op het kasselrijhuis (bewijsstuk bij dokument nr. XXIII). 8 november 1566 XXIII b Verklaring van Schepen F. de Rouck (bewijsstuk bij dokument nummer XXIII). 9 november 1566 XXIV Alva's commissarissen (Charles de l'Espinoy en François Huisman) verzoeken de Ieperse kasselrijoverheid de lijst op te stellen van de hervormde voortvluchtigen. 30 november 1567 XXV Lijst van hervormden die zich tijdens de troebelen lieten opmerken als aktieve militanten in de Ieperse kasselrij. 1567 XXVI Formule van getrouwheidseed van al wie met de overheid de strijd opneemt tegen de heresie. 1567 XXVII Alva's commissarissen vragen de Ieperse kasselrijoverheid alle inlichtingen over te maken in verband met de troebelen ao 1566. 17 januari 1568 XXVIII De Ieperse kasselrijoverheid vraagt Alva's commissarissen meer uitleg over hun brief d.d. 17 januari 1568. (18 ?) januari 1568 XXIX Getuigenis van priester Jean Bensticq. 1566