Naamkunde. Jaargang 17(1985)– [tijdschrift] Naamkunde– Auteursrechtelijk beschermd Inhoudsopgave Inhoud [Nummer 1-4] Gallische und germanische Namen im Latein Indefiniete eigennamen Biotere, Pokeros, Lenvole, Peersant: Limburgse antroponymische curiosa uit 1280 Taalwisseling in de toponymie van Sneek en Bolsward omstreeks 1500 Nederlandse namen voor Noordfranse toponiemen in het Frans-Vlaamse dialekt Erfnamen functioneler dan familienamen in oostelijk Belgisch-Limburg Wulf- in Siedlungs- und Gewässernamen Oorsprongmogelijkheden van de familienaam Pée Appellativnamen im Lessico Etimologico Italiano am Beispiel von Antonius Sijn vel dat es ru ghehart De etymologie van mnl. zale ‘zeehond’ De charmes van de diplomatie: centraliserende hertogen van Bourgondië in de (machts-)balans met een autonomistisch Gents stadspatriciaat, 1379-1438 Zum Namen Anund De Schreiershoek en het verdriet Königliche Landzuweisung in fränkischer Zeit im Reflex von Rechtsquellen und Ortsnamen. Das ‘Toponymisch Woordenboek’ als Arbeitsinstrument Joas Lambrechts Nederlandsche Spellijnghe (1550) als spiegel van het (Laat-)Middelgentse vokaalsysteem Aardenburg - Rodanburg - Burg aan de Rudanna 't Is van + hoofdzin Een dertiende-eeuws (?) nederduits (?) Rijmbijbelfragment uit Wolfenbüttel Toponymie en archeologische prospektie Over het eigennaamskarakter van tijdnamen De naam van de Kempische Tappelbeek Het toponiem Schuerwegge en consorten Iets over de woordenschat van een vijftiende-eeuws Dusseldorps Glossarium (F8) Leie en Schelde als grens in het portus te Gent tijdens de Xde eeuw Plei