Plei
Bij toeval stiet ik in Zuid-Limburg op het toponiem Pley, de naam voor een plein in het dorp Noorbeek, een naam die ik niet vind in de Lijst der aardrijkskundige namen van Nederland, uitgegeven door het Koninklijk Nederlandsch aardrijkskundig genootschap, 1936, maar wel als soortnaam bij Th. Dorren, Woordenlijst uit het Valkenburgsch plat2 1928, blz. 139.
Eerst had ik het sterke vermoeden hier met een galloromeins overblijfsel te doen te hebben. In W. Meyer-Lübke, Romanisches Etymologisches Wörterbuch5 1972, toch vond ik als nr. 6562a: plaga ‘Fläche’, een woord waarvan de auteur overigens alleen afleidingen kent en wel avelletr. piagaro, piagale, piagozza ‘unfruchtbares Feld’ en serbokr. plogar ‘Abhang’. Formeel lijkt de zaak wel in orde, want blijkens nr. 6562 plaga ‘Wunde’ leidde een volkomen homoniem plaga tot frans plaie, dat zelf of waarvan een heteronieme variant gemakkelijk bij ontlening het Zuidlimb. pley zou hebben kunnen opleveren. Maar het feit dat ik verder buiten Campanië en Joegoslavië geen andere sporen van een oud plaga voor vlakte aantrof, deed mij toch naar een andere mogelijkheid uitzien.
Trouwens semantisch lijkt mij de etymologie toch ook niet waarschijnlijk. Drs. J.H.M. Wieland, rijksarchivaris in Limburg, die ik voor verdere gegevens raadpleegde, schreef mij spontaan: ‘Overigens komt de naam in meerdere plaatsen in Zuid-Limburg voor, en betekent zoiets als pleintje, open plaats of binnenplaats van een (gesloten) boerderij’. Zo'n betekenis ligt toch wel in het Zuidlimburgse löss-gebied tamelijk ver van die van ‘unfruchtbares Feld’ af.
Zo'n zelfde semantisch bezwaar zou men trouwens kunnen aanvoeren tegen de volgende verklaring, die men bij het p-volk zou kunnen zoeken. Men zou nl. in de taal van dat volk kunnen denken aan een afleiding van *plag die zijn germaanse parallel vindt in mnl. vlac (genitief vlakes), waarbij men moet denken aan ndl. vlaak en mnl. vlake ‘vlakte’, wat toponymisch tot het Zeeuwse Vlake voert. Zie verder Franck-Van Wijk i.v. vlak. Dit *plag kan in zijn verdere ontwikkeling fonetisch evengoed tot frans *plaie en bij ontlening in het Zuidlimburgs tot Pley geleid hebben. Daarbij is dan het bezwaar van het ruimtelijke voorkomen