Bloemlezing uit het werk van Cornelius van Engelen(1972)–Cornelius van Engelen– Auteursrechtelijk beschermd Inhoudsopgave Inleiding Uit: De Philanthrope, nr. 268, 18 november 1761 Dat de Smaak voor de fraaije Konsten en Wetenschappen onze gestellen verbetert. Uit: De Philanthrope, nr. 288, 7 april 1762 Over den Adel. Reize van eenige Edelluiden naar de Elizeesche Velden; een Droom. Uit: De Philosooph, nr. 42, 20 oktober 1766 Over het voordeel, dat de Vrouwen uit de verbetering van haar verstand zouden haalen Uit: De Philosooph, nr. 86, 24 augustus 1767 Verhandeling over de beste wyze om Drenkelingen te behouden. Uit: De Philosooph, nr. 97, 9 november 1767. Historie van Jochem den Grooten. Uit: De Philosooph. nr. 107, 18 januari 1768. Uit: De Philosooph, nr. 122, 2 mei 1768 Eene Allegorie Uit: De Philosooph, nr. 139, 29 augustus 1768 Een brief van een wafelbakster. Uit: De Philosooph, nr. 162, 6 februari 1769. Beschryving van een Gezelschap van Fynen, en een Gesprek met dezelven. Uit: De Philosooph, nr. 176, 15 mei 1769 Het journaal van een Lichtmis, en van een eenvoudige schoenmaker Digtstukken De Negerslaaf Aan de Eenzaamheid. De Bulhond. De Spotter betaald. Aan den Philosooph De Twee Christelyke Vertroosters. De Amptenaar zonder Verdiensten. Uit de: Wysgeerige Verhandeling over den Schouwburg (1775) Uit: De Verbeterde Zoon Uit het Antwoord op de Prijsvraag van 1775. Uit: De Nieuwe wyze van Landbouwen Uit: Iets Gewigtigs voor Leyden